17 juni 1957 -- 80.
mogelijk moeten maken. De raad mag dan toch wel horen, hoe ver deze
middelen reiken en vooral: hoe ver zij niet reiken.
Mevrouw POLET-Musler onderschrijft, hoewel het niet gebruike
lijk is voor een lid van de financiële commissie om over een voorstel
als dit het woord te voeren, het gesprokene door de heer Oranje. Is
het niet mogelijk, dat het college in den vervolge bij een punt van
zo groot algemeen belang iets meer toelichting geeft, niet voor de
raad, want de leden van de financiële commissie worden op de hoogte
gesteld en brengen de inlichtingen in de fracties, maar over derge
lijke ingrijpende dingen heeft ook het publiek recht er iets meer van
te weten.
De heer HILHORST zegt, dat mevrouw Polet het al heeft gestelds
de leden van de commissie zijn wel op de hoogte, maar de burgerij niet.
Toen werd voorgesteld alle fracties in de commissies te doen verte
genwoordigen, heeft spreker zich er niet tegen verzet, maar hij
vraagt zich toch af, of daarmede wel juist is gehandeld. De zaken
worden in de commissies besproken en bij de openbare behandeling van
de voorstellen wordt er vaak weinig of niets over gezegd. Naar buiten
zou men kunnen veronderstellen - en spreker weet niet, of het niet
juist is ook -, dat er in Soest wat de woningbouw betreft niet juist
is gehandeld. De gemeente krijgt nu een krediet toegewezen aan de
hand van haar activiteit in vroegere jaren. Ettelijke malen en ook bij
de laatste begrotingsbehandeling heeft spreker er op gewezen, dat
vaak veel geld werd vermorst, doordat de gemeente in haar beleid, dat
een vooruitziend beleid behoort te zijn, vaak zeer ver achter is. Wan
neer het krediet vandaag zou loskomen, zou de gemeente toch niet kun
nen bouwen, omdat zij eerst aan grond moet zien te komen. In andere
gemeenten heeft men de plannen reeds lang van te voren klaar en is
bouwrijpe grond beschikbaar voor degenen die wensen te bouwen. Het
tegendeel is in Soest het geval geweest. Destijds heette hets wij
moeten onderhandse aanbestedingen doen en vooruit werken, want wij
moeten zorgen, dat de aannemers het vertrouwen hebben volledig hun
werk te kunnen doen in onze gemeente, waardoor zij in deze gemeente
behouden blijven. De bouwers van toen zijn echter de gemeente qua
werk gaan verlaten. In Soest - maar dit geldt niet voor Soesterberg -
kan vrijwel geen woning worden gebouwd. In de commissie is deze zaak
ook besproken en de wethouder heeft toen het aantal in Amersfoort ge
bouwde woningen genoemd. Misschien heeft hij gelijk, als hij stelt
het aantal woningwetwoningen, maar voor Soest heeft hij genoemd het
totale aantal. Hetgeen in de commissie is gezegd is geen verwijt ge
weest, maar alles moet worden gedaan om zo snel mogelijk in te lopen.
Wanneer op het ogenblik praktisch geen woningen in Soest worden ge
bouwd, wordt he.t argument "bestedingsbeperking" gebruikt. Het is
spreker niet bekend, dat er in do bouwvakken werkloosheid is. Er is
dus geen stagnatie. Het tegendeel is zelfs het geval. In de wegenbouw
is stagnatie tengevolge van de bestedingsbeperking. Een aantal arbei
ders zijn van de wegenbouw naar de woningbouw overgegaan. Bovendien
heeft de minister duidelijk gesteld, dat de bestedingsbeperking geen
sta-in-de-weg mag zijn voor het aantal te bouwen woningen, dat hij
integendeel nog zal vergroten. Door het steeds niet voorhanden heb
ben van bouwrijpe grond is de bouw in Soest niet verlopen zoals men
gaarne zou hebben gezien en nu wordt een lager bedrag toegewezen dan
in gemeenten waar een meer vooruitstrevende politiek is gevoerd. Het
is bekend, dat in de gemeente Soest zeer stroef wordt gewerkt, het
gaat er, met de gemeente Zeist, het stroefst van de gehele provincie.
Spreker zegt dit niet om iemand een verwijt te doen, maar om het aan
tal woningen in de gemeente zo hoog mogelijk op te voeren. Hij doet
- een -