- 22 oktober 1957 - 147. om hetzelfde te zeggen als door mevrouw landweer is ver klaard. Om duidelijk te laten blijken,, dat het spreekster niet om een prestigekwestie gaat,, zal zij, nu het de raad aangedane onrecht is teruggenomen, vóór het voorstel stemmen. De heer VERSTEYNE vraagt of het contact kan worden gehandhaafd met de gehandicapten uit Soest die in Amers foort te werk zijn gesteld. De wethouder DE HAAR deelt mede, dat hij zich voorstelt met het bestuur van de C.A.W.A. overleg te plegen omtrent uitbreiding van dit contact met een redelijk aantal bezoe ken van de leden van de commissie voor sociale zaken aan de werkplaats in Amersfoort. De heer ORANJE onderschrijft ten volle dat bij het aan gaan van een gemeenschappelijke regeling verantwoordelijk heid van de raad aan anderen wordt overgedragen, maar hij wijst er op, dat de gemeenschappelijke regeling niet voor lichamelijk gehandicapten zou gelden. Het ontbreekt spreker niet aan waardering voor de door de voorzitter afgelegde verklaring en het gaat hem niet om prestige, maar hij wenst niet dat hem op deze wijze verantwoordelijkheid in de schoenen wordt geschoven. De verantwoordelijkheid was aan de raad, maar thans wordt de raad gevraagd een beslissing te nemen in een zaak, waarvoor de raad de verantwoordelijk heid niet op zich heeft genomen. De wethouder VAN ZADEIHOEF zegt in het college degene te zijn geweest, die steeds het standpunt naar voren heeft geschoven, aat de raad niet in het opheffen van de werk plaats behoefde te worden gekend. Misschien zweefde hom te veel voor ogen de gemeenschappelijke regeling met Baarn, waarbij de raad alleen van de begroting kennis neemt. Hij geeft toe, dat door de aanbiedingsbrief, die bij het aan gaan van de gemeenschappelijke regeling aan de raad is gezonden, de zaak thans enigszins anders ligt dan bij de gemeenschappelijke regeling met Baarn. Wanneer hier echter amende honorable moet worden gemaakt, dan moet de gehele raad dit doen. Wij hadden - zo zegt spreker - deze gemeen schappelijke regeling niet zo moeten aannemen. In het be sluit tot hot aangaan van de gemeenschappelijke regeling had namelijk ook tot uitdrukking moeten komen, dat Soest bepaalde eisen had. Thans droeg het bestuur van de C.A.W.A. geen kennis van de brief, die de raad was aangeboden ter begeleiding van het besluit tot het aangaan van de gemeen schappelijke regeling. Hierop wordt het voorstel in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 3 stemmen. Voor ke bben gestemd de leden; De Haan, Van Sadelhoff mevrouw Landweer-de Visser, Brouwer, Van den Arend, Butze- laar, Clemens, Van Andel, Schaaf smaDorresteijn, Zoetelief, Versteijne, mevrouw Polet-Musler en Van Wely. Tegen hebben gestemd de leden; Oranje, Pieren en Grift. De voorzitter stelt hierop aan de orde het volgende nagekomen voorstel. 189. Crediet-aanvrage voor aankoop van gasgeisers, en in verband daarmede het aangaan van een geldlening met de N.V. Nederlandse Middenstandsbank te Soest. Ten behoeve van deze aankoop wordt een crediet ge vraagd van 15.000,--. De Nederlandse Middenstandsbank is bereid hiervoor een lening te verstrekken voor de tijd van 5 jaren tegen een rente van 4$ 's jaars. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 294