Nr. 1
- 30 januari 1 957 - 1.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 30 januari 1957? te 19.15
uur.
VOORZITTER; de burgemeester, de heer Mr.S.P.Baron Bentinck.
SECRETARIS; de heer J.J.J.M.Eesten.
Tegenwoordig de leden; J.van den Arend, A.Brouwer, H.A.
Butzelaar, H. J .8 ClemensTLorresteijn, P. Grift, K.de Haan,
A.P.Hilhorst, H.C.Klarenbeek, Dr.D.J.P.Oranjemevrouw
S,M.Polet-MuslerP.C.Pieren, J.ASchaafsmaP.H.Versteyne
M.M.van Wely, W.G.van Zadelhoff en J.D.L.Zoetelief
Afwezig met kennisgeving de leden; C.van Andel en mevrouw
S.G.Landweer-de Visser.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
Vervolgens deelt de Voorzitter mede, dat van mevrouw
Landweer-de Visser bericht van verhindering wegens ziekte
is ontvangen, terwijl de heer Van Andel heeft laten weten,
dat hij om gezondheidsredenen rust moet nemen en daarom de
raadsvergaderingen voorlopig niet zal kunnen bijwonen.
Spreker hoopt, dat de gezondheidstoestand van de heer Van
Andel zich spoedig ten goede zal wenden, zodat hij ook het
raadswerk weer op zich zal kunnen nemen.
Hierna spreekt de Voorzitter de volgende nieuwjaarsrede
uit
Dames en heren.
Hoewel dit jaar reeds 30 dagen oud is, moge ik toch aan
het begin van onze eerste vergadering, u voor 1957 veel
voorspoed en geluk toewensen. In deze kring van bestuurders,
die mede de verantwoordelijkheid dragen voor het beleid,
dat in onze gemeente gevoerd wordt, voeg ik hieraan de wens
toe, dat het u eveneens gegeven worde om, in goede harmonie,
een voorspoedige ontwikkeling van onze gemeentelijke samen
leving te helpen bevorderen.
U zult dit, een ieder naar de mate van zijn krachten en
naar beste weten, moeten doen en daarbij het eigen of
groepsbelang achter stellen bij het algemeen belang.
Een zware eis. Een eis evenwel, die, zolang als de
menselijke samenleving bestaat, aanhaar bestuurders gesteld
moet worden. De ervaring in het verleden hier opgedaan geeft
mij de overtuiging, dat u allen hiernaar streeft. Voor een
goed bestuur is inzicht èn karakter vereist.
Bij de behandeling van de begroting 1957 moest ik u
zeggen, dat wij naar mijn mening een moeilijk jaar tegemoet
gingen. De ontwikkeling sindsdien heeft mij helaas in deze
mening gesterkt.
De financiële en monetaire omstandigheden waaronder de
gemeenten moeten werken staan in direct verband met, en zijn
geheel afhankelijk van onze nationale financiële en
monetaire situatie. Deze nu geeft nog steeds tot grote
zorgen aanleiding. Het deficit op de betalingsbalans is
nog steeds niet in zijn tegendeel verkeerd. De kapitaals-
schaarste houdt nog onverminderd aan. Zowel overheid als
bedrijfsleven hebben de grootste moeite zich de nodige mid
delen te verschaffen.
Het heeft geen zin ons thans te verdiepen in de oor
zaken, die tot deze situatie geleid hebben.
- Alleen -