- 19 december 1957 - 173. Toen leefde men nog in de gedachte, dat alles wat werd voorgesteld en naar voren werd gebracht vanzelfsprekend ook zou kunnen worden uitgevoerd. De economische omstan digheid, die een stijgende lijn vertoonde, had namelijk tot gevolg, dat men zelden of nooit misgreep. Het was ook een tijd, dat het zeer moeilijk was personeel aan te trekken. Voor de gemeente was dit dubbel moeilijk, omdat zij ten aanzien van de lonen veel meer dan het particu liere bedrijfsleven is gebonden aan voorschriften. Daar door waren overheidslichamen wel eens gedwongen om behalve mensen, die zeer beslist liefde voor het vak hebben en dit blijvend willen uitoefenen, ook mensen aan te trekken, die men in normale omstandigheden niet direct zou hebben aan gesteld Vandaag is de toestand even anders. Men leeft nu in een tijd, dat men zich afvraagt; Zou er misschien een al gehele crisis op komst zijn of zou die wellicht kunnen worden voorkomen door een nog grotere samenwerking dan in een land zelve mogelijk is? Er komt een Europc se samenwer king. De resultaten daarvan zijn nog moeilijk te overzien. Men hoopt vooral in de industriële sector uit deze samen werking verschillende baten te kunnen putten. Door het wegvallen der grenzen zal het ruilverkeer in zijn alge meenheid worden bevorderd, zullen mogelijk de economische belangen van Europa als zodanig beter kunnen worden gediend, waardoor hopelijk een opbloei zal plaats vinden. Of de Europese samenwerking in de landbouwsector dezelfde vruch ten zal afwerpen, is hier niet aan de orde, maar spreker vreest daarvoor het ergste. Spreker denkt ook aan de recente ontwikkeling in het voormalige Nederlands Indië. Wanneer de landgenoten aldaar worden gedwongen naar het vaderland terug te keren, zal het woningprobleem, volksvijand nr.1, daardoor in zeer sterke mate nadelig worden beïnvloed. Hoeveel begrip men ook heeft en moet hebben voor de landgenoten, die onder de huidige omstandigheden uit Indië naar Nederland moeten terugkeren, deze terugkeer zal toch tot gevolg hebben, dat velen die in samenwoning leven en velen die een gezin willen stichten nog langer op een woning moeten wachten. Met de mensen kan men immers niet de huizen uit Indië overbrengen? deze mensen zullen dus huizen moeten worden toegewezen. Dit jaar zijn er in het gehele land meer woningen gebouwd dan het vorige jaar. Dit is verheugend. Spreker gelooft echter, dat dit niet van het aantal in deze ge meente gebouwde woningen kan worden gezegd. Wanneer men op het ogenblik de gemeente doorgaat en ziet naar de in aanbouw, zo ongeveer gereed zijnde woningen, dan consta teert men, dat er in Soest praktisch niet wordt gebouwd. En dan doet dit wel even pijn. Dit is geen verwijt. Maar het is bovendien zo, dat wanneer vandaag de dag het financieel wel mogelijk zou zijn woningen te bouwen, daarvoor praktisch geen meter grond beschikbaar is, die de gemeente niet eerst zou moeten aantrekken. Het spijt spreker dit te moeten uiten, maar het feit ligt nu eenmaal zo. Wanneer men had geregeerd door vooruit te zien, was er op het ogenblik beslist voldoende grond voor de woning-bouw in handen der gemeente geweest? mogelijk was de grond gedeeltelijk al aangelegd met pleinen, straten enz., gefinancierd met geld, dat zou zijn - aangetrokken -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 346