- 19 december 1957 - 192.
bruik maken van de mogelijkheid van de Bouwkas, is zij van
oordeel, dat men zich bij de realiteit heeft neer te leggen.
Het is alleen te betreuren, dat de raad niet beschikt over
de cijfers, die de grondslag zouden moeten zijn van de ver
deling
Enige raadsvergaderingen terug heeft spreekster voor
zichtig aangedrongen op het verkrijgen van een overzicht
van de aanwezige woningvoorraad. Toen was het juist de heer
Hilhorst, die ontzettend kwaad werd bij de gedachte, dat het
bedrijf gemeentewerken maar even zou worden uitgebreid. En
nu vraagt hij maar steeds naar voorbereidende werkzaamheden.
Niet dat het niet goed is, dat de heer Hilhorst hiernaar
vraagt, maar wanneer men zich realiseert, dat alleen al de
plannen voor een school te Soesterberg door personeelswis
seling vijf maanden bij gemeentewerken moesten blijven lig
gen, dan rijst de vraag, hoe de door de heer Hilhorst be
doelde voorbereidende werkzaamheden verricht hadden moeten
worden. Spreekster heeft de indruk, dat gemeentewerken de
zaak net aan kan en dat er met de huidige bezetting van
gemeentewerken geen sprake kan zijn van het serieus opzet
ten van plannen voor de toekomst. Ook zij zou het voorbe
reiden van dergelijke plannen erg prettig vinden. Wanneer
men daarvoor pleit, moet men echter tevens aanvaarden een
aanmerkelijke uitbreiding van de dienst.
Geen antwoord heeft spreekster ontvangen op haar vraag;
Hoe lang zal het duren - gerekend vanaf het moment, dat de
gemeente weer over geld beschikt - voordat men kan gaan
bouwen? Hoe lang denkt het college nodig te hebben voor het
in eigendom verkrijgen van de benodigde gronden op de Eng?
Henken B&W daarbij aan drie maanden of aan een paar weken?
Is het administratief al geheel voor elkaar? Is de grond al
opgemeten? Zijn de tekeningen voor het wegenverloop e.d.
al gereed? Dit alles zou de gang van zaken kunnen bevorderen.
Rekent de voorzitter onder de 700 forensen ook de mili
tairen, die elders wonen en hier werken?
De heer ORANJE krijgt uit het antwoord van de voorzitter
de indruk, dat deze het met zijn betoog eigenlijk wel eens
is. Dit is bijzonder verheugend. De V.Y.D.-fractiedie niet
in het college is vertegenwoordigd, maar wordt geacht in de
oppositie te zijn, heeft zich altijd op het standpunt gesteld,
dat deze oppositie een loyale oppositie behoort te wezen.
Spieker hoopt, dat de voorzitter uit de overeenkomst van
opvatting de conclusie zal trekken, dat de oppositie van de
Y.Y.D.-fractie inderdaad een loyale oppositie is.
Verheugend is het, dat ook de voorzitter de huidige
ontwikkeling wil terugdraaien, zodra, de gelegenheid daartoe
bestaat. Het is een menselijke eigenschap, dat men, wanneer
eenmaal iets onder de drang der omstandigheden is gecentra
liseerd, daarop moeilijk terug kan komen. De gemeentebestu
ren moeten daarom opmerkzaam blijven en druk uitoefenen.
Dat de voorzitter ten aanzien van het vooroverleg met
de toezichthoudende organen de eigen verantwoordelijkheid
voorop stelt, is eveneens bijzonder verheugend.
De voorzitter zegt, dat de bestedingsbeperking in alle
mogelijke opzichten zwaar op de gemeente drukt. In het woord
"bestedingsbeperking" hoort spreker echter iets, dat zin
speelt op een eigen en bewust beleid. Wanneer men aan be
stedingsbeperking doet, ziet hij dit niet als iets, dat onder
dwang geschiedt, maar als iets, dat uit eigen beleid, d.w.z.
- uit -