- 30 januari 1957 - 26.
niet op kon? Dit begrip heeft het schoolbestuur klaar
blijkelijk niet kunnen opbrengen. Daarom verdient dit
bestuur een rustiger en welwillender antwoord dan
thans is opgesteld.
De heer PIEREN komt, de plannen van het schoolbe
stuur recapitulerende, tot het volgende overzicht.
Begin november 1956 is het plan ingeleverd en
bekeken door de schoonheidscommissie.
Op 23 november 1 956 werd het door de schoonheids
commissie afgekeurd, want het moest evenwijdig worden
geplaatst met de weg.
Op 27 november 1956 is wethouder De Haan bezocht,
die niet akkoord ging met de plaatsing der school,
omdat er aan geen voldoende zonlicht zou zijn.
Op 30 november 1956 is de inspecteur bezocht, die
om dezelfde reden niet met de plaatsing van de school
akkoord ging.
Op 3 december 1956 is wethouder Van Zadelhoff be
zocht, die adviseerde een groter plan op te zetten met
schoolzaal en gymnastieklokaal en er het naastliggende
terrein bij te nemen.
Op 4 januari 1957 is het oude plan ingediend, met
een brief d.d. 31 december 1956 van het bestuur, op
advies van de burgemeester.
Op 25 januari 1957 is een uitgebreid plan inge
diend, dat door de architect mot de schoonheidscommis
sie is besproken en dat met enig-, wijzigingen is goed
gekeurd. Deze wijzigingen zouden op 15 februari 1956
nader worden besproken. Het is echter te verwachten,
dat de inspecteur het plan zal afwijzen, daar hij van
oordeel is, dat lichtinval uit het zuiden voor een
school beslist noodzakelijk is. Het - overeenkomstig
het advies van wethouder Van Zadelhoff - verkrijgen
van het nabijgelegen terrein zal geruime tijd vergen,
daar het waarschijnlijk slechts door onteigening zal
kunnen worden verkregen.
Bij schrijven van S januari 1957 werd het onderhoud
bevestigd, dat het college met het hoofd van de christe
lijke school zou hebben gehad. Dit onderhoud had echter
plaatsgevonden met de voorzitter van het schoolbestuur.
De plannen werden voorlopig opgeschort in verband met
de slechte financiële positie van de gemeente, tenzij
het schoolbestuur erin zou slagen op andere wijze geld
aan te trekken. Meent het college echter, dat het
schoolbestuur op de kapitaalmarkt wèl zal slagen? Is
het college bereid het eventueel hogere percentage
voor rekening van de gemeente te nemen? Stelt het col
lege zich garant?
Met de heer Oranje is spreker het eens, dat de
brief, zoals die in concept voorligt, niet wenselijk is.
Gestreeft behoort z.i. te worden naar een goede ver
standhouding met het schoolbestuur, terwijl men thans
toont onvoldoende begrip voor elkander te hebben.
De moeilijkheden vermeerderen zich. De bouwkosten
stijgen. Gezien het belang van deze groep der bevol
king, is het noodzakelijk hetvolledige schoolbestuur
voor G.en bespreking uit te nodigen, teneinde tot een
goede oplossing te komen.
- De -