- 27 februari 1958 - 20.
Het aldus gewijzigde voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
38. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de
inrichting van een vierde lokaal ten behoeve van de openbare
u.1o.-school (1-1147).
De heer VAN WE1Y merkt op, dat de extra leerkracht op
1 januari 1958 in functie is getreden. Hoe is het lokaal
in de periode van 1 januari tot heden ingericht geweest?
Was het niet mogelijk geweest de thans voorgestelde voor
zieningen vóór 1 januari aan te brengen? Daar zou het
onderwijs ten zeerste mede gebaat zijn geweest.
De wethouder DE HAAN deelt mede, dat het hier niet
alleen gaat om het meubilair en de leermiddelen, maar ook
om het lokaal zelf. Mede op verzoek van de inspecteur van
het lager onderwijs is daar één geheel van gemaakt. Het
feit, dat deze aangelegenheid uiteraard door de rijksin
spectie moest worden beoordeeld, heeft ook enige tijd gevergd.
De u. 1o -school verblijft in een gebouw, dat tegelijker
tijd wordt "bewoond" door een lagere school. De u.1 .o.-school
groeit vrij snel en het laat zich aanzien, dat deze groei
zich ook in de toekomst zal voortzetten. De lagere school
bestrijkt een rayon, dat met woningwetwoningen zal worden
bebouwd. Wellicht zal dit jaar reeds met het eerste gedeelte
van deze bouw worden begonnen. Ook de lagere school zal
zich dus vrij snel uitbreiden. Dit betekent, dat één van
beide scholen het gebouw zal moeten verlaten. Daardoor kwam
de vraag naar voren; Moeten wij dit lokaal grondig onder
handen nemen dan wel provisorisch inrichten, omdat een van
beide scholen binnen afzienbare tijd het gebouw zal verlaten,
waardoor voor de overblijvende school voldoende lokalen
voorhanden zullen komen. Door dit gehele complexje van pro
blemen heeft deze aangelegenheid meer tijd gevergd dan
normaal het geval zou zijn geweest.
Bovendien trad de vierde leerkracht vrij snel in dienst.
Verwacht was dat hij 1 februari zou beginnen, maar door bij
zondere omstandigheden is het 1 januari geworden. Dit was
overigens zeer prettig.
In de periode van 1 januari tot heden heeft men zich
kunnen helpen met banken, die over waren en die voor een
korte tijd redelijk bruikbaar zijn.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
39. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning Korte
Brinkweg 33 (1-1142),
De heer KLARENBEEK zegt, dat het - wanneer hij goed is
ingelicht - hier niet twee percelen, maar slechts één per
ceel betreft, namelijk het perceel Korte Brinkweg 35 met
dubbele nummering. Daar deze percelen niet door een brandge-
vel zijn gescheiden, het zogenaamde perceel Korte Brinkweg
33 sléchts uit twee kamers bestaat welke worden bewoond door
de bewoners vei nr„"3, alsmede de bovenruimte van dit huis
is inbegrepen bij perceel Korte Brinkweg 35 en het perceel
Korte Brinkweg 35 nog in redelijke staat verkeert, geeft
spreker in overweging een nader onderzoek in te stellen en
dit voorstel even aan te houden.
De VOORZITTER zegt, dat het hier wel één pand betreft,
maar het zijn twee woningen, ieder met een eigen nummer.
Over de indeling van de woningen kan hij de heer Ivlarenbeek
niet inlichten. Hij ziet alleen uit het advies van de direc-
- teur -