- 17 april 195 8
36.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Vervolgens verleent de voorzitter het woord aan de
heer De Haan om, voor zover hem dit mogelijk is, de heer
Pieren te beantwoorden.
De wethouder DE HAAN vindt het logisch dat wanneer men
in een gedeelte van de gemeente woont, waar het aantal
noodlokalen stijgt,
De heer CLEMENSs Abnormaal hoog is!
De wethouder DE HAANsmen bij tijd en wijle zijn
hart wil luchten. Een verhouding van het aantal noodloka
len tot het aantal normale lokalen als in Soesterberg
bestaat, komt elders in het land niet voor. Overigens heb
ben andere gemeenten evenzeer met het probleem te maken,
zodat er op het departement een behoorlijk stapeltje aan
vragen ligt. Er is 25 miljoen beschikbaar gekomen, maar
er lagen plannen voor 70 miljoen, die de colleges van
gedeputeerde staten waren gepasseerd. De eerste 25 mil
joen zijn toegewezen. Men kan niet zeggen dat Soest is af
gewezen^ er is nooit iets over afgekomen.
De vraag is, hoe een volgend bedrag zal worden verdeeld
liet college heeft, zonder met de vuist op tafel te slaan,
in Den Haag een en ander te berde gebracht. Als men het
probleem per gemeente stelt, is het aantal noodlokalen in
Soest niet groot. Er zijn gemeenten waar het veel groter is
Maar in het bewuste deel van de gemeente, dat niet kan wor
den beschouwd als behorende tot het geheel wegens het onge
rief van de afstand, ontstaat een verhouding tussen het
aantal nood- en normale lokalen, dat van een noodsituatie
moet worden gesproken. Men heeft dat moeten toegeven en het
college heeft de indruk, dat de situatie in Soesterberg
meer aandacht zal krijgen, zodat er bij een tweede ronde
misschien iets van terecht komt.
Geld voor scholenbouw kan verder slechts worden gevon
den, wanneer iemand het tegen het geldende rentegamma ter
beschikking stelt, zoals bij uitbreiding van een kleuter
school is gebeurd. Wanneer niemand bereid is dit te doen,
kan men wel een gehuil aanheffen, maar nood breekt wet.
Over het verkrijgen van een voldoende aantal noodloka
len is met de inspecteur van het lager onderwijs overleg
gaande, evenals met de schoolbesturen.
De gedachte dat ouders hun kinderen niet naar een nood-
lokaal willen sturen, zou spreker van de hand willen wij
zen; in een noodsituatie kan men een dergelijk standpunt
niet innemen. De uitvoering van de leerplichtwet regardeert
overigens niet onder het college.
Wanneer een voorstel tot het bouwen van noodlokalen
in behandeling komt, kan de situatie opnieuw worden beke
ken.
De VOORZITTER zegt dat de wethouder van onderwijs al
het mogelijke doet om een zo gunstig mogelijke toestand op
schoolgebied te verkrijgen en sluit de discussie.
63. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet inzake
bijdrage onderhoudskosten van de hem over 1957 (1-1164).
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
64. Voorstel tot het aangaan van een geldlening met de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten ad 109.000,(lV-1163)
- De -