- 17 april 1958 -
en op grond van hun gezamenlijk inkomen em huis hebben ge
kocht, komt zo'n gezin wel in zeer moeilijke omstandigheden,
wanneer de gehuwde ambtenares op straat wordt gezet.
De heer VERSTEIJNE herinnert aan de toestand dat "kweke
lingen met akte" geen betrekking konden Inrijgen, terwijl
de gehuwde onderwijzeres voor de klasse stond. Niet gaarne
zou hij zien dat een dergelijke toestand zich herhaalt.
Het is niet in een artikel onder te brengen, maar onder der
gelijke omstandigheden geeft spreker er de voorkeur aan,
dat een man de betrekking heeft.
De VOORZITTER zegt dat de raad zich bij het vaststellen
van het ambtenarenreglement, bij het regelen van de rechts
positie der ambtenaren, op het standpunt van werkgever dient
te stellen en niet op het standpunt van overheid. Indien
een toestand zich zou voordoen als waarop de heer Versteijne
doelt, zal de centrale overheid misschien ingrijpen met
maatregelen waarvan, behalve de gehuwde ambtenares, ook
anderen de dupe zouden kunnen worden.
In beginsel is de heer Versteijne het er wel mee eens,
dat er geen beletsel moet bestaan ten aanzien van de huwen
de ambtenares.
Mevrouw LnlTDWEER-de Visser wijst op de mogelijkheid dat
de man van een werkende vrouw werkloos is. Wanneer er van
ontslag sprake is, begrijpt spreekster niet waarom de ge
huwde ambtenares daarvoor direct in aanmerking komt,
daar de vrouw evengoed rechten heeft als cie man. In vele
gevallen is de man werkloos en verdient de vrouw t.b.v. het gezin.
De heer TIILHORST zegt dat onder die omstandigheid geen
ontslag zal plaatshebben.
Mevrouw LANDWEER-de Visser meent dat dit niet staat in
hetgeen de voorzitter heeft voorgelezen.
De heer VERSTEIJNE zegt dit facet van de zaak slechts
naar voren te hebben willen brengen, doch gaat verder met
het voorstel akkoord.
Het voorstel sub 68a wordt daarop zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
68. Voorstel tot wijziging vans
b. de arbeidsovereenkomstenverordening IV-1166-6128)5
o. de wachtgeldregeling IV—1 166—6129
d. de uitkeringsverordening IV-11 66—61 30)
De voorstellen sub volgnr. 68 b, 0 en d worden zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
60. Voorstel tot onteigening van gronden, gelegen nabij de Prof.
Lorentzlaan, de Gen.Winkelmanstraat en de Plesmanstraat
(1-1169)
De heer ORANJE vraagt of de pogingen om langs minne
lijke v/eg tot overeenstemming te komen zijn mislukt.
De VOORZITTER deelt mede dat alle betrokkenen een aan
bod hebben gehad. De onderhandelingen zijn nog steeds lo
pende en uit die onderhandelingen is voorstel 67 geresul
teerd
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
70. Voorstel tot het verstrekken van een garantie in een even
tueel tekort van een op 50 april a.s. te houden Concours
Hippiqué (IAD-1167).
71. Voorszei tot v/ijziging van het raadsbesluit van 17 december
1957 tot verpachting van grond aan diverse personen
1-1168)
De voorstellen sub volgnr. 70 en 71 worden achtereen
volgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
72. Voorstel tot het verlenen van een bijdrage aan de Soester
Spert Federatie (IAD-1170).