Wethouder van den Berg merkt op dat de heer van Doorne ook de schuld op Burgemeester en Wethouders wil werpen-,doch dan zal Spreker deze overhevelen op den J^aad.Volgens de verordening op het wegenfonds moet de -daad jaarlijks de rekening van het fonds vóór 1 September vaststellen,hetgeen ook niet is geschied„Spreker licht breedvoerig een en ander toe en komt daarbij tot de conclusie dat de betrokken ambte naar elk jaar aan burgemeester en Wethouders een overzicht van het Wegenfonds gaf,wetend dat dit niet klopte.Spreker is het eens met den heer de Koning en zegt nijdig te zijn, niet omdat de administratie niet bij was,mar omdat de be wuste ambtenaar drie jaren achtereen maar wat heeft voorge kauwd wetende dat dezaak niet in orde was. Tegenover Burge meester en V/et houders deed hij alsof alles in orde was en later bleek dat er niets was. Dit vindt Spreker nog het ergste. Het sou een ander geval geweest zijn,indien hij gezegd had ik kan het niet" maar willens en wetens Burgemeester en Wethouders voor den gek te houden,vindt Spreker ergerlijk. Spreker zal daarom vóór het voorstel van den heer de Koning stemmen De heer van Dporne zegt naar aanleiding van de door Wethouder van den Jerg gemaakte opmerking alsof de -^aad ook aan een en ander debet sou zijn,dat hij eerst niet wist dat elke 3 maanden een rekening door den administrateur moest worden ingediend.Zulks is hem korten tijd geleden bekend geworden. Spreker hoort thans tot zijn verbazing dat door den betrokken ambtenaar maar wat voorgeiraaid is.Voorts vraagt Spreker of de gemeente-accountant nooit iets gezien of ge zegd heeft. Deze treedt toch immers op als controleur. Verder vraagt Dpreker, waar de administratie thans in de war is,of de gelden wel belegd zijn,of dat zij in contanten bij den Ontvanger aanwezig zijn. Wethouder van den terg antwoordt dat deze gelden bij den Ontvanger zijn,en dat de gemrente practisoh gesproken wel rente heeft genaakt van het Jegenfcnds De heer van Doorne zegt'tegen het voorstel van den heer de Koning te zijn,indien inderdaad meerdere personen schuld hebben;heeft de betrokken ambtenaar echter schuld,dan zal Spreker vóór het voorstel van den hesr de Koning stemmen. De heer Endendijk betwijfelt of het door Wethouder van den 3erg voorgestelde wel geheel juist is,en licht een en ander toe. Wethouder van den Berg zegt dat de door den heer van der Woude verstrekte gegevens niet berusten op een vaststaande balans .Deze ambtenaar hoeft irie jaren achtereen bij de begrooting gegevens verstrektdie maar uit de lucht zijn ge grepen. - Wethouder van Ëlten zegt ook dat er klachten over het Wegenfonds kwamen.Toen hebben Burgemeester en Wethouders een onderzoek ingesteld,en werd de betrokken ambtenaar gehoord. Het bleek toen dat er bij dien ambtenaar niets bestond. Spre ker zegt er verontwaardigd over te zijn geweest toen Burge meester en Wethouders tot de ontdekking kwamen dat de geheele administratie van het weger.fonds slechts bestond uit een paar kladjes,en dat er zelfs geen schrift,geen boekje aanwezig was.Deze ambtenaar had echter wel degelijk ambtenaren boven zich,die er ook niets van bemerkt hebben;hij was dus niet alleen verantwoordelijk.Daarom kan öpreker niet met het voor- stelvan den heer de Koning meegaan. De heer Besselsen doet het voorstel ma Burgemeester en Wethouders machtiging te geven het bedoelde bedrag uit te betalen en intusschen gelegenheid te geven aan den betrokken ambtenaar een verweerschrift in te dienen.Thans komen Burge meester en V/et houders zoo plotseling met deze zaak.De kaad kan thansvolgens Spreker,niet ten voile oordeelen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 188