81. Nimmer heeft de gedachte hij het 'College voorgezeten "we zullen het er maar op wagen" Ilevrouw Broste-kilmans deelt mede geinformeerd te hehhen naar het proces-verhaal der aanbesteding.Spreekster is ge bleken dat geen proces-verhaal is opgemaakt,en dat er geen horgen zijn. De gemeente dient toch in da allereerste plaats als wetgevend lichaam te zorgen dat aan de wettelijke bepalingen de hand wordt gehouden,en dat van dergelijke aanbestedingen een proces-verbaal wordt opgemaakt. Spreekster noemt dit ern stige fouten,die op het Gemeentehuis zijn gemaakt.Spreekster is niet voor instelling der commissiedoor Burgemeester en Wethouders in het rapport aangeduid. Wethouder van Uiten brengt onder de aandacht dat er een bindend besluit bestaat van den Nederlandschen Aannemersbond waarbij het stellen van borgen is afgeschaft. Reeds bij de gunning was de totstandkoming van dit besluit bekend,in ver- tand. we. arme de dan ook geen borgen geteekend hebben. Ook bij de aanbesteding van de uitbreiding van de O.L.school aan de Beetz- laan zullen geen borgen gesteld worden. Ten opzichte van het voorstel van den heer van Bek om een bedrag van f 500,- toe te stae.n als vergoeding voor de aannemers merkt Spreker op dat door Priem, en Boersma aangeboden is om dit werk kosteloos af te maken,hetgeen de Gemeente-architect in de vergadering van Burgemeester gn Wethouders gezegd heeft. Be heer ^esselsen merkt op dat er groote verschillen zijn tussolien de inschrijvingen,waaruit toch moest blijken dat er wat tusschen zat.Het moest opvallen,dat de laagste inschrijving niet goed kon zijn.Spreker wil daarbij niet de schuld aan Burgemeester en Wethouders geven,doch de deskundige personen moesten weten dat het spaak zou loopan.Het is dan ook spaak geloopen,terwijl er te vroeg 90van de aannemingssom is be taald. Later is gebleken dat er nog eens f 4000,- moest worden betaald. Waar de aannemers hun goeden wil hebben getoondstelt Spreker voor een tegemoetkoming,als door den heer van Lek be doeld, te verleenen. Be Voorzitter deelt mede dat er geen enkele betaling is geschied zonder schriftelijke verklaring van den gemeente architect dat het werk zoodanig was gevorderd?,dat het de be taling billijkte. Burgemeester en Wethouders kan dus geen blaam aangewreven worden. Wethouder van den Berg zet den gang van zaken uitvoerig uiteen. Volgens het bestek moest het geheele werk gereed en opgeleverd zijn uiterlijk 1 februari 1927. Op 10 Januari j.1 bleek dat het werk nagenoeg niet vorderde. Toen wethouder van lülten de verantwoordelijkheid voor het werk niet langer alleen wilde dragen ,wenschte Spreker dat de aannemers onmiddellijk bij exploit in gebreke zouden worden.gestelddoch de gemeente architect deelde mede,dat het werk nog maar 5 a 4 weken zoude vorderen. Burgemeester en ^'ethouders hebben toen van het ex ploit afgezien op grond van deze verklaring,welke later on juist bleek te zijn.Spreker gelooft voorts dat er van 17 Sept. tot 10 Januari wel niet met voldoenden ijver dooi' de aannemers is gewerkt. Op 10 Januari hadden deze menschen kunnen voorzien dat het werk niet binnen 3 of 4 weken zou zijn afgeloopen. Spreker vraagt zich voorts af hoe het werk, dat nu ten slotte gereed is, nadat de gemeente de rest heeft moeten opknappen, is opgeleverd. De heer de Koning,die het rapport met belangstelling heeft gelezenheeft een persoonlijk ondersoek ter plaatse ingesteld en is tot de overtuiging gekomen dat er slecht werk is ge leverd.Be muren schuren reeds. Be wijze waarop hier n.1. is gebouwd,is van dien aard dat Spreker er niets voor gevoelt om ook maar iets uit te betalen. Spreker ontraadt de benoeming eener commissie en vindt het wenschelijker die f 300 te be- stemmen voor reparatiesdie weldra, noodig sullen blijken Spreker meent voorts dat de technische dienst in deze niet vrij- uit gaat. Be gemeentearchitect zou toch wel geweten hebben of Priem al dan niet soliede voor het werk was. Indien de ad viezen van den architectzoowel bij de gunning als op 10 Januari

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 196