86. Het bedrag ad f 2900,zijnde leveranties door Konijnenburg en Salomons moet de Boaz-Bank betalen, aangezien die Bank op zich genomen heeft de verschuldigde bedragen te voldoen, zoodra de gemeente voldaan heeft aan de betaling van den 3en termijn van de aanneemsom,hetgeen is geschied op 12 Bebruari 1927. Overeenkomstig de cessie heeft de Gemeente aan de Boaz-Bank betaald wat zij verschuldigd was. Het staat volgens Spreker vast dat de gemeente te veel heeft betaald. Spreker heeft de heeren Konijnenburg cn Salomons verwezen naar de Boaz-Bank. Be heer Knd.endijk meent dat Burgemeester en Wethouders kennis hadden moeten geven aan de Boaz-Bank. Wethouder van den Berg vraagt of het wel' zeker is dat al het geld dat Priem en Boersma bij de Boaz-Bank gehaald hebben,wel ten goede is gekomen aan de gebouwen aan den Brinkweg en verduidelijkt.' ook nog een en ander.- Spreker vreest voorts nog dat het opgeleverde gebouw binnen een half jaar wel een grondige herstelling zal moeten ondergaan. Be Voorzitter merkt nog op dat na 12 -^ebruari voor de afwerking door de gemeente alleen reeds is betaald een bedrag van f 2551,38. Hem is verzekerd door den gemeente-architect dat voor zoover is nagegaan kunnen worden geen enkele leve rancier eenige vordering op de gemeente meer kan doen gelden. Volgens Spreker heeft de gemeente meer gedaan dan zij ver- pLicht was. Be heer Endendijk verlaat voor een oogenblik de verga dering. Be heer Begemaat betoogt dat voldoende gebleken is dat het werk voor het ingeschreven bedrag niet uitgevoerd kon worden.Spreker merkt voorts op dat in vele gevallen de laag ste inschrijvers de onsoliedste lui zijn.Beze laten het dan doorgaans op de leveranciers aankomen. Spreker verklaart zich er tegen om nu nogeens een bedrag van f 500,- uit te keeren. Ook is Spreker tegen instelling eener Commissie. Be heer Endendijk komt weder ter vergadering. Be heer Hilhorst vindt dat de tijd voor bestudeering van het rapport veel te kort was. Spreker noemt het rapport bovendien zeer oppervlakkig,en merkt op da/fc de fundeering van den gashouder ongeveer op tijd klaar was,en dat op 10 Januari alles waterdicht was.Indien er in die 4 weken na 10 Januari hard gewerkt was,zou alles wel op tijd voltooid zijn. Spreker wil daarom de schuld van den gemeente-architect af schuiven. Voorts merkt Spreker nog op dat tusschen de aanbe steding en de gunning 13 dagen zijn verloopen,en dat het materieel in die periode niet tijdig te krijgen was; Waar de heer van -^ck voorstelde om aan de aannemers een vergoeding toe te kennen,wenscht Spreker nog op te merken,dat er bij het werk officieus een 3e aannemer is werkzaam geweest,n.1. Visser,die aan arbeidsloon een vordering heeft van f 117,-. Beze man heeft een groot gezin,zoodat het ook daarom Sprekar gewenscht voorkomt dit bedrag uit te betalen. Het komt Spreker voor dat overleg met de aannemers onderling gewenscht is» Be Voorzitter merkt op dat Burgemeester en Wethouders te dezer zake feitelijk te toeschietelijk voor de aannemers zijn geweest,en te veel vertrouwen hebben geschonken in de verstrekte mededeelingen van den architect. Indien Burge meester en Wethouders niet zoo toeschietelijk waren geweest, en de aannemers onmiddellijk op 10 anuari bij exploit in gebreke waren gesteld zou alles niet zoo afgeloopen zijn. Spreker drukt er zijn spijt over uit dat hij te toeschiete lijk is geveest Be heer van Eek zegt nogmaals dat het Burgemeester en Wethouders bekend moest zijn dat het werk niet voor het in geschreven bedrag opgeleverd kon worden. Het verschil tusschen de inschrijvingen was te groot. Spreker heeft zelf ook een berekening gemakt en kwam daarbij tot de conclusie dat dit werk niet onder de f 20.000,- kon worden uitgevoerd. Spreker heeft destijds wethouder van -^lten en den gemeente-architect hierop gewezen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 206