111. ook nieuwe inwoners werden getroffen. Spreker is daarom voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer van Doorne heeft van de opmerking van den heer van Eek als zoude een "bepaalde partij de drijver zijn geweest van deze aangelegenheidgeen spaan "begrepen.Indertijd heeft Spreker de navordering ontraden.Hij achtte dat de navordering niet op wettige wijze kon worden geheven.Ged.Staten hadden toen "blijk baar een andere meening.Spreker voelt veel voor het voorstel de Koning en wenscht dat "bij Ged.Staten op het gemoed wordt gewerkt; niet alleen dat het Gemeentebestuur heeft gefaald,ook Ged.Staten hebben toch tweemaal geen voldoende controle uitge oefend,ten eerste toen te weinig en later toen een onjuiste belasting werd geheven.Ook zij zullen wellicht genegen zijn water bij den wijn te doen,daar ook zij iets schuld hebben. Gezegd is dat de personen die gereclameerd hebben,der Gemeente geen dienst hebben bewezen. Spreker heeft niet gereclameerd, daar hij als raadslid meende dit niet te moeten doen.Het stand punt van den heer Endendijk acht Spreker verkeerd;het is het recht van ieder burger om te reclameeren als hij te hoog of ten onrechte is aangeslagen. Er zijn echter maar weinigen,die ge reclameerd hebben,doch de groote strop is dat de Inspecteur art,109 der Wet op de Inkomstenbelasting wil toepassen.Hij kan, doch behoeft dit evenwel niet te doen.Als uiterste remediewelke voorloopig nog ware achter te houden,zou zijn een deputatie naar den betrokken Minister om art.109 niet van toepassing te doen zijn.Spreker verwacht dat de Minister hierop ook niet zal ingaan.Overigens is Spreker voor het voorstel de Koning. Wethouder van den Berg zegt dat hem uit de stukken één ding is opgevallen. Een bepaalde groep heeft niet gewonnen;de Inspecteur heeft ambtshalve ingegrepen. De Haad van beroep heeft eigenlijk gewonnen want deze heeft het argument waarop de Hooge Haad de belasting onwettig heeft verklaardaangevoerd en niet de bedoelde groep. De heer Besselsen waarschuwt vooral het door den heer van Doorne aan de hand gedane om art.109 niet toe te passen, niet te aanvaarden daar het gros dan geen teruggave zou krijgen. Alleen de reclamanten,meest grootere inkomens zullen dan ge baat zijn. Wethouder van den Berg merkt op dat deze reclamanten in dit verband zelfs niet eens op goede gronden gereclameerd hebben.Zij profiteeren slechts van een leemte die de Haad van Beroep heeft ontdekt. De Voorzitter zal de juridische beschouwingen over de al of niet wettigheid, der navordering achterwege laten. Naar aan leiding van het door den heer van Eek gesprokene merkt Spreker op dat deze Haad de terugbetaling heeft gedecreteerddus ook deze Haad de middelen tot dekking moet aanwijzen.Spreker is door persoonlijke aanraking met Ged.Staten overtuigd dat zij wel degelijk op de hoogte zijn van de nooden en behoeften van Soest, en zeer zeker willen medewerken tot verbetering van de toe standen alhier. Het is evenwel niet overeen te brengen meteen goed financieel beleid om een belasting-tekort te dekken uit geldleeningenZulks is in den lande nog nooit vertoond. Wat is de Inkomstenbelasting anders dan een sluitpost.Na verhouding van het benoodigde bedrag wordt de factor bepaald. Thans is f 43.000,- noodig,welke moeten worden gedekt door een ontvang- post. Het is nooit en nimmer overeen te brengen met de eischen van een goed financieel beheer om voor een nadeelig saldo te leenen.Spreker is er van overtuigd dat Ged.Staten en de Kroon in hun recht staan indien zij zulks niet goedkeuren.Bij aan neming van het voorstel de Koning \70rdt een onmogelijke toestand geschapen.De begrooting zal niet worden goedgekeurdwaardoor- het Gemeentebestuur,dat thans slechts machtiging tot de helft heeft gekregen,geen uitgaven meer kan doen.Spreker wil dit niet als een dwangmiddel aanwenden,want het is het goede recht van den Haad dekking aan te wsbgiöen ,maar Spreker wenscht toch een ernstig

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 256