117.
der Commissie stelt de meerderheid van het College van Bur
gemeester en Wethouders voor den grond te verkoopen a f 4,
per M2 onder de in het advies van den Directeur van het
Grondbearijf omschreven voorwaarden,met uitzondering van de
Bepaling onder sub 5 genoemd,n.l.het vestigen van een erfdienst
baarheid qp het overige terrein aan de gemeente in eigendom
toebehoorende (3e afd.no.5 - 1 - 84).
De heer de Koning vraagt waarom geen hotel in de on
middellijke nabijheid mag verschijnen.
Wethouder van Elten zegt dat gevraagd is om geen hotel
op de op de kaart aangeduide terreinen toe te staan;evenwel
de Commissie ienscht geen servituut op gemeente-gronden te
leggen. De meerderheid van Burgemeester en Wethouders is het
hiermede eens. De prijs ad f 4,- wordt natuurlijk geboden
met de bedoeling om geen hotel in de nabijheid op gemeente
grond te krijgen.
De heer van Eek meent dat een servituut niet noodig
was,indien het uitbreidingsplan was goedgekeurdvolgens dit
plan zijn deze terreinen immers bestemd voor park en sport
terrein.
Wethouder van Elten zegt dat de opvatting van Burgemees
ter en \ïethouders is vrij te blijven en zich voor de toe
komst niet te binden. Wel schijnt het aanbod thans goed,
doch of dat voor de gemeente ook nog in de toekomst goed zal
zijn,staat nog te bezien. Spreker vindt een servituut altijd
gevaarlijk.
Wethouder van den Berg merkt op dat hij met de in het
advies van den Directeur van het Grondbedrijf neergelegde
gedachte omtrent het besteden van den winst niet kan meegaan.
Spreker wenscht eerst af te vrachten of inderdaad winst zal
worden gemaakt. In dit verband wijst hij op de omstandigheid
dat de reserve-rekening van het Grondbedrijf reeds langen
tijd debet staat. Niet onwaarschijnlijk is hier de gelegen
heid om dezen debetstand weg te werken. De door den Directeur
aangewezen besteding voor wegaanleg acht hij niet tactisch.
De heer Hilhorst is zeer bevreesd dat wanneer het voor
stel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomende koop
niet zal doorgasm, en hij acht het wel van belang dat de
hooge overwaardedie thans wordt geboden,wordt geaccepteerd.
Wat Wethouder van den Berg omtrent de besteding van den winst
zegt,heeft met den koop zelve niets te maken. Spreker dringt
er nogmaals op aan het niet te lastig te maken en de f 5000,-
winst zich niet te laten ontglippen om een servituutje.
Wethouder van den Berg zegt over het servituut niet te
spreken,doch alleen over de besteding van den winst. Hij her
haalt dat hij niet kan meegaan met het advies van den Directeur.
Laat het Grondbedrijf zijn abnormalen debetstand der reserve
wegwerken.De gelegenheid bestaat hier nu gedeeltelijk voor.
Wethouder van Elten merkt op dat omtrent de verdeeling
van het bedrag geen advies is gegeven door de commissie,
noch door Burgemeester en Wethouders. De Directeur heeft in
zijn rapport zijn meening slechts weergegeven hetgeen zijn
goed recht is. Omtrent de verdeeling van het bedrag kan
later beslist worden,indien het bod wordt aanvaard.
Wethouder van den Berg vindt de behandeling der zaak
niet voldoende voorbereid. Hij acht het gewenscht dat de
koopaanvraag schriftelijk wordt ingediend,b.v. met juiste
omschrijving wat de kooper verlangt,en waarbij is aangegeven
binnen welk rayon hij geen hotel wenscht.
De heer Scheffer merkt op dat naar hem uit betrouwbaren
bron bekend is,de koop niet door zal gaan,indien het servi
tuut niet gelegd wordt. Door de voorwaarde in het voorstel
aangegeven missen we den post.
De