129.
Zonder "beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt daartoe
"besloten.
111.COMPTABILITEIT - WEGENFONDS (4e afd.no.5-3-14)
Vaststelling van de balansen en verlies- en winst
rekeningen van het Wegenfonds tot en met 31 December 1926.
Mr.van Doorne wil nu hij in de Einancieele Commissie
is gekozen en daarvan de eerste vergadering heeft medege
maakt, er de aandacht op vestigen,dat al zijn de desbe
treffende bescheiden door die Commissie onderteekend,
daaraan niet te veel waarde moet worden gehecht. In an
dere commissies als die voor de Strafverordeningen,werk
loosheid enz.is het werk der commissieleden anders,daar
men daar_bij het opstellen der verordeningen en regelingen
de zaak geheel in handen heeft. Voor Spreker en zijn
medeleden van de Einancieele Commissie wordt het werk in
de Einancieele Commissie een medegaan met den formeelen
opzet en anders niet;controle uitoefenen kunnen de leden
niet. Spreker heeft geen bezwaar tegen de vaststelling der
balansen en der winst- en verliesrekeningenmaar wijst
er nogmaals op,dat het advies der Einantieele Commissie
steeds een restrictie inhoudt.
Daarna wordt tot vaststelling besloten.
112.COMPTABILITEIT. (4e afd.no.4 - 3 - 7
Vaststelling van een besluit tot belegging van gelden.
Dit besluit bedoelt de belegging van een bedrag van
f 1000,- wegens uitloting van een obligatie der leening
1918 gemeente Rotterdam,nominaal!f 1000,-. Voorgesteld wordt
dit bedrag te beleggen door-aankoop vdno obligatiën 4
der ®ank voor Nederlandsche Gemeenten of van obligatiën
Amsterdam,2e leening.
De heer de Koning wil de laatste gelegenheid,welke
hem geboden wordt om over de thans wederom aan de orde
zijnde aangelegenheid te spreken niet voorbij,;-laten gaan.
Spreker acht het effectenbezit voor de gemeente gevaar
lijk en wijst op de mogelijkheid,dat gezien de gebeurte
nissen in Europa de waarde van het bezit zal dalen.
Het voorstel van burgemeester en Wethouders wordt
daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
113.COMPTABILITEIT - BELASTINGEN. (4e afd.no.1-2-19en 4-2-27).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om in be
roep te gaan van het besluit van Gedeputeerde Staten tot
niet-goedkeuring der geldleening tot dekking der terug te
betalen navorderingsbelasting,met de desbetreffende begroo-
tingswij ziging.
Gehoord de besprekingen in de Raadsvergadering van
17'?Juni j.1. meenen Burgemeester en Wethouders te moeten
voorstellen van deze niet-goedkeuring bij de Kroon in be
roep te gaan. Burgemeester en Wethouders deelen voorts
mede,dat Gedeputeerde Staten bericht hebben gezonden dat
zij het besluit van den Raad dd.17 Juni 1927,no.15-1-36
3e afd.tot vaststelling van den vermenigvuldigingsfactor
der gemeentelijke inkomstenbelasting aan H.M. de Koningin
ter vernietiging hebben voorgedragen.
De heer de Koning had wel gedacht,dat* Gedeputeerde
Staten aan de begrootingswijziging hun goedkeuring zouden
onthoudenmaar acht hun motiveering uiterst zwak,en de
praemissen,waarvan dit College uitgaat onjuist. Spreker
blijft beweren,dat 't kapitaal der gemeente,dat enkel be
leend wordtniet aangetast wordt,en dat de lasten der