152. Spreker aal thans niet verder uitwijden over de besvaren,doch. wijst er op dat Burgemeester en Wethouders nu onmogelijk de "behandeling van het uitbreidingsplan aan de orde hunnen stellen. Zij wenschen niat de volle verantwoordenjkheid te dragen zonder een en ander onder de oogen te hebben gezien. De heer van Eek verklaart niet bevredigd te zijn door de uiteenzetting van den Voorzitter. Spreker meent dat we het be zwaarschrift van Amersfoort wel naast ons kunnen neerleggen, daar die gemeente zelf geen uitbreidingsplan heeft. Amersfoort dient zich dus aan te passen aan het uitbreidingsplan van Soest. De Voorzitter zegt dat het niet-hebben van een uitbreidings plan te Amersfoort een fabeltje is. Die gemeente had reeds een uitbreidingsplan eerder dan Soest. Spreker leest een schrijven van Burgemeester en Wethouders van Amersfoort van IS24,waaruit zulks blijkt. De heer van Eek,die te dezen opzichte zijn woorden intrekt, zegt voorts nog dat de Engbebouwing al totaal verknoeid is. Varder vraagt Spreker waarom de militaire autoriteiten hun be zwaren dan niet hebben ingediend. De Voorzitter antwoordt dat oen weg door het militaire oefe ningsterrein loopt. De heer van Eek betoogt nogmaals dat de bezwaren slechts kleine onderdeelen betreffen. De wilde bebouwing kan op zijde gez worden door wijziging der bouwverordening aan de hand van het uitbreidingsplan. Spreker meent dat het natuurschoon zooveel mogelijk is gespaard, en veronderstelt dat Burgemeester en Uethou ders toch wel hunne medewerking hadden kunnen verleenen door het plan in den maad te brengen. Spreker vindt het jammer voor den tijd,die aan een en ander besteed is,ook in de vergaderingen der commissie. Het werk der commissie gaat dan voor een groot deel verloren. Voor Spreker was gedurende deze periode het lid maatschap der commissie voor het uitbreidingsplan het onplei- zierigste De Voorzitter kan zich geen college van Burgemeester en Wet houders voorstellen dat in staat is de ingekomen bezwaarschrif ten binnen een week te behandelen. Spreker betoogt nogmaals dat overleg met Amersfoort noodig is in verband met dengepro- jeeteerden weg naar die gemeente, welke weg een verbinding vormt met Hilversum. Ook voor de "bebouwing van denEng is de raadpleging van een landschap-architect, zooals reeds door hem is gezegd, noodzakelijk te achten. Het uitbreidingsplan moet niet alleen aan de naaste,doch ook aan de eerstvolgende toekomst voldoen. Men kan op dit oogenblik niet van Burgemeester en Wethouders vergen dat zij het plan in den Baad brengen. De heer de Koning drukt er zijn spijt ook over uit dat het uitbreidingsplan niet eerder in den Baad is gekomen. Het werk der commissie is echter niet verloren,maar behoudt zijn waarde. Spreker is het geheel eens met de meening van den Voorzitter en veronderstelt dat het plan niet in één zitting vastgesteld kan worden. Spreker vraagt zich af of ook voldoende overleg is gepleegd met de Spoorwegen. Daar van dezen Baad niet minder dan 9 leden gaan vertrekken gaat het niet aan dat deze Baad thans nog over zulk een belangrijke zaak zal beslissen. Spreker zou dan ook niet aan een behandeling meer..willen deelnemen. Deze zaak dient op een rustige en voorzichtige wijze straks na de behandeling van de nie-uve begrooting bekeken te worden. Spreker had ook liever gezien dat telkens een gedeelte van het plan behandeld zou worden,inplaats van het geheels plan tegelijk. Vaststelling van bepaalde gedeelten kan toch immers geschieden. ?e ^eer Tan Eek merkt op dat het argument van den hoer de Koning hoofdzakelijk is dat de nieuws Baad de verantwoordelijk heid moet dragen. Spreker noemt het hier een schuiven op de lange baan,en hoopt dat het plan in de volgende 4 jaren tot stand zal komen. Spreker wijst in dit verband nog op de ver zoeken inzake de totstandkoming van een badinrichting. Ook deze* zaak werd reeds langer dan 4 jaren qp de lange baan geschoven.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 338