29 September 1927169. geval is, voorzoover ci.it te "be oorc! Gel en is, doch als lid van don Hard dient men niet alleen de juridische, maar ook de moreele zij de te bekijken. Sn dan is het Spreker niet mogelijk zich thans bij het voorstel van Burgemeester en Mothouders aan te sluiten, hoewel uit de stukken en uit het rapport van den Inspecteur op het Lager Onderwijs blijkt dat het verkrijgen van meerdere schoolruim te noodzakelijk is. Spreker keurt de wijze af waarop de benoodigde handteelceningen zijn verkregen, en noemt deze wijze onzedelijk en immoreel. Voorts treft Spreker de 4e clausule van het voorstel van Burgemeester en Mothouders. Hier wordt de verklaring van den een gesteld boven die van den ander. Spreker vraagt zich af wat dan een ambtseedig politierapport beteekent, waarin niet ten gunste wordt gesproken over den Burgemeester en Methouders geloof waardig voorgekomen persoon. Spreker had liever gezien dat deze 4e clausule geschrapt was en dat Burgemeester en kethouclers ge zegd hadden dat de inwilliging van het verzoek noodzakelijk was. Deze clausule vormt thans een medebeslissing in den Baad. Spre ker zou aan Burgemeester en Methouders willen vragen waarom die clausule in hun voorstel werd opgenomen. Spreker herhaalt nog eens zijn afkeuring over de wijze van het verkrijgen der handtee- keningen, en herinnert er aan dat een van de plaatselijke predi kanten korten tijd geleden eens op een vergadering heeft gezegd:' "Ben Christen die zijn kind op de Openbare School zendt, is een miserabel Christen". Spreker, die thans niet verder over deze af te keuren handelingen zal spreken, vraagt zich af wat nenschen, die zich vulgair uiten, moeten zeggen over de wijze waarop de handteekeningen zijn verkregen. Spreker begrijpt niet, dat de menschen op die wijze een school willen hebben Spreker meent dat de Baad zich moet uitspreken, en dient do volgende motie van afkeuring in: "De Raad enz. Kennis genomen hebbende van de aanvrage van het Bestuur tot het stichten van een School met den Bijbel; Gelezen en gehoord hebben de de wij ze waardoor de benoodigde bescheiden zijn verkregen, Betreurt dit en keurt dit af, als zijnde niet van immoraliteit ontbloot, en gaat over tot de orde van den dag." De Voorzitter leest daarna een op heden ontvangen schrijven voor van de afdeeling Volksonderwijs te Soest, waaruit blijkt dat een drietal personen hunne handteekeningen terugnemen. In dit verband wil Spreker opmerken, dat wanneer eenmaal een handteeko- ning is gesteld, een latere terugname geen "beteelcenis meer heeft. Alleen wanneer door eene betrekkelijke uitlating der ouders of op eenige andere wijze het schoolbestuur redelijkerwijze heeft kun nen vermoeden dat de ouders de kinderen niet op de school souden laten gaan, behoeft de stelling van de handteekening dier ouders niet mede te tellen. Ten aanzien van de waarde der geplaatste handteekeningen is een nauv/keurig onderzoek ingesteld, teneinde daaruit de conclusies te trekken. De eenige dubieuse handteeke ning was die van De Man. Verschillende malen werd hot pro en contra gehoord, en ten slotte is afgegaan op de tegenverklaring van den meest betrouwbaren persoon Van Brunmolen. Daardoor kondon 5 leerlingen medegeteld worden, zoodat het vereischte aantal leer lingen aanwezig is. Spreker merkt nog op dat de Met niet eischt dat een lijst van handteekeningen wordt overgelegd; uit een ministerieels beschikking valt zulks op te maken. Burgemeester en Methouders hebben gemeend dat het verzoek ingewilligd moet worden, aangezien krachtens art. 75 lid 2 der Met de medewerking slechts wordt geweigerd wanneer niet aan de in art, 73 der Met omschreven vereischten is voldaan. Dit is de juridische zijde; over de mo- roele behoeft de Raad niet te. beslissen. De heer Busch zegt overtuigd te zijn dat Burgemeester en Met houders deze zaak goed hebben "behandeld. Sprekers opmerking gaat alleen over de 4e clausule van het voorstel. Waar hier een ambts eedig politierapport is, waaruit blijkt dat de ouders niet wensche mede te werken, mag dat zeer zeker van overwegenden invloed zijn tegenover een onbetrouwbare verklaring. Do

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 372