27. ter vergadering kon komen,en al was hij ter vergadering ge komen dan was dit slechts pro forma geweestaangezien dien zelfden dag om 6 uur alles getikt was en aan de raadsleden werd thuis "gezonden, waaruit wel "blijkt dat alles reeds vooraf ge reed was gemaakt .Spreker me ent, da, t hij als kassier beter over cijfers kan oordeelen dan wethouder van Uiten,die architect De Voorzitter zegt dat het zijn goed recht is om eerst alles goed te onderzoeken en uit te werken alvorens een be slissing in de vergadering van Burgemeester en Wethouders voor te leggen. Spreker zegt dat hij vanaf 10 Februari tot nu tos nog het eerste woord van medegevoel van wat hier passê&Bt moet hooren van den heer van den Berg. Wethouder van Uiten zegt dat we nu eenmaal wethouders zijn,en Spreker had daarom van den heer van den Berg ook vel verwacht,dat hij zijn werk als kassier wel even net rust zou gelaten hebben om eens oen onderzoek in te stellen.Spreker vindt het een ernstige zaak,en is dadelijk op de eerste be richten naar het gemeentehuis gegaan om een en ander te bespreken. Wethouder van den Berg wensoht nog sen en ander in het midden te brengen,doch de Voorzitter zegt het woord niet te kunnen geven,aangezien hi.j de bepalingen van het reglement van orde voor den Raad. wenscht te handhaven,en door den heer van den Berg reeds tweemaal iiet woord gevoerd is. Be heer Boeken dringt er op aannu het college van Bur gemeester en Wethouders zoo ernstig wordt aangevallen ,dat nauwkeurig genotuleerd wordt, dat de Voorzitter en Wethouder van Uiten verklaren ,dat Wethouder van den Berg zich absoluut buiten deze zaak heeft gehouden, en dat zijne houding een on verklaarbare is. is

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 70