daan heb en doen zal.doe met de overtuiging dat ik het gemeen schapsbelang daarbij dien. M.de V..Ik kom na deze min of meer persoonlijke inleiding terug tot het zakelijk gedeelte,en meen dan allereerst te moeten opmerken dat het een inconvient is voor alle raadsleden dat de toelichting zoo laat is gezonden. Ik ben van oordeel, dat om een gefundeerd oordeel te kunnen vellen over de nota van B.en Wmen daar meer voor noodig heeft dan enkele uren. En veel meer heeft mij niet ge rest.Tevens ben ik van oordeel dat de oogensohijnlijlo eenvoudige toelichting van B.en W niet zoo eenvoudig is. Haar ook al zou ik ruimschoots gelegenheid gehad hebben de zaak grondig te bestudee- ren, dan nog zou ik mij wachten hier een oordeel te vellen omtrent de motieven door B.en W in hun nota aangevoerd.En dit om redenen hierna te noemen. Twee zaken moeten hier wel scherp van elkaar gescheiden gehouden worden,dat zijn de feiten,en de motieven. De motieven zijn het die de kwalificatie van het feit bepalen.Wanneer een veldwachter ziet dat iemand een ander met een mes gestoken heeft, dan constateert hij dat feitDe dader zegt dat hij aangevallen is en zich ver weerd heeft. Dat is het motief De rechter onderzoekt of dat motief juist is en bepaalt de kwalificatie: mishandeling of noodweer. Ik geef dit voorbeeld juist om scherp naar voren te brengen het onderscheid dat tusschen motief en feit is gelegen. Ik heb het als raadslid alleen over de feiten gehad,feiten die ik zelf geconstateerd hebverschillen in de begrooting zooals wij die in den Raad op 28 December hebben vastgestelden die welke is gezonden naar Gedeputeerde Staten. Het was mogelijk dat ik onjuist gezien had. Daarom heb ik niet gezegd: "er zijn ver schillen" maar zijn beide begrootingen letterlijk en eijferlijk hetzelfde?",m.a.w."zijn er verschillen". Wanneer ik nu bezie het antwoord van B.en W. op die vraag dan kan het antwoord niet an ders luiden als: Ja,er zijn verschillen. Er zijn verschillen fliet gedekt zijn door een besluit dat de Raad in de vergade ring waarin de begrooting behandeld is,had moeten nemen,wil er van gedekt zijn sprake zijn. Ik ben van oordeel dat elk raads besluit genomen voor de behandeling van de begrooting,dat wij ziging zou kunnen brengen in de begrootingspost zooals die voor ons ligt bij de behandeling van de begrooting,bij de behandeling van die post moet worden genoemd,en de verandering van die post aan den Raad moet worden gevraagd. Om een voorbeeld te noemen: Wanneer bij een raadsbesluitwaarbij de salarissen geregeld zijn, een ambtenaar A wordt toegekend f 3000,- salaris,doch op de be treffende begrootingspost staat f 4000,- dan zullen B.en W,indien die begrootingspost niet wordt gewijzigd in f 3000,- gerechtigd zijn dien ambtenaar f 4000,- uit te betalen. Niemand zal dan het vecht hebben tegen B.en W. te zeggen: Gij hebt dien ambtenaar te veel uitbetaaldwant wij hadden aangenomen f 3000,- salaris. Want B.en W, zullen antwoorden: .Bij een later raadsbesluitwaar bij n.l.de begrooting werd goedgekeurd hebben de raadsleden in gestemd met f 4000,- salaris. Bezien we nu de nota van B.en W, dan zien we daar dat S.en toegeven dat er verschillen zijn,niet gedekt door een raadsbesluit, B.en W. geven toe op blz.3 sub 2 dat bij de volgnummers 135 en volg.een abuis is begaan. Zij zeggen: wij moëaen deze fout herstellen. In het slot van deze uiteenzetting wederom hetzelfde. Of die cijfers van belang zijn daarmede heb ik niets te maken,dat is mijn vraag ook niet. Ik constateer alleen de verschillen Bij volgn.503 zeggen B.en W. wij hebben twee posten samengevoegd. Ik vraag: waarom is dat niet op onze begrooting,die wij als raadslid gehad hebben,gebeurd, dan was er geen verschil geweest,dat er nu wel is.Bij volgn.176 en 528 geven B.en YvAtoe dat de ramingen abusievelijk vermeld wa ren.Maar het het verschil bestaat. Bij volgn.97 zeggen B.en W. het is een typfout. Maar het verschil bestaat. Bij volgn.177 de kasgeldleening zeggen B.en een XKKzakid: verzuim in de notu len: maar het vggchil bestaat. Bij folio 82 zeggen B.en W.er was een vroeger raadsbesluit. Wanneer dat dan verandering bracht in ien post,had dat op onze begrooting moeten staan. Alweer dus: -vsrsohil bestaat. Dit zijn globale opmerkingen,waarop ik vec-1 leper /.ou kunnen ingaan.maar wat ik niet dóe omdat ik in de eer- p aa s vil constateeren,wat nu toch zeker wel niemand meer 2S,1

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1927 | | pagina 74