23 Mei 1928125. opnieuw uitspreken, n.1. of de particuliere slachtplaatsen in over eenstemming worden gebracht met de wettelijke eischen, of de slagers verplicht worden in naburige gemeenten te slachten, of overgegaan wordt tot stichting van een particulier slachthuis dan wel een ge meentelijk slachthuis. Wij weten niet of de slagersvereeniging kapitaalkrachtig is. De Haad dient zich thans in principe uit te spreken voor stichting van een gemeentelijk of van een particulier slachthuis. Met het oog op de volksgezondheid en aesthetica acht Spreker het niet gewenscht dat de particuliere slachterijen in over eenstemming worden gebracht met de wettelijke eischen. De heer Busch vraagt of alle slagers zijn gehoord. De Voorzitter zegt: indertijd wel. De heer Busch meent dat er slagers zijn die niet gehoord zijn; niet alle slagers zitten n.1. in de vereeniging. Spreker motiveert dat hij een .sterk voorstander is van een overheidsbedrijf. De heer de Bruijn kan ook zoo maar zijn stem niet aan het voor stel geven. Spreker merkt op dat de particulieren, die zelf slachten op deze wijze worden overgeleverd aan de overige slagers. Men moet niet een zekere categorie slagers bevoordeelen. Spreker vraagt voorts of de slagers uit Soesterberg ook in Soest moeten komen, en of deze daarover ook gehoord zijn. Spreker meent dat niet alle slagers ge hoord zijn, aangezien zij niet alle bij den Bond zijn aangesloten. Wethouder Endendijk zegt, dat indien er een slachthuis komt,elke slager krachtens een vast te stellen verordening, verplicht wordt daar of in een slachthuis eener naburige gemeente te slachten. Zulks geldt ook voor de slagers die hun slachterij in orde gebracht hebben. De huurprijs van het slachthuis is voor een ieder, die daarvan ge bruik maakt, gelijk. Ten opzichte van Soesterberg, merkt Spreker op dat het gemeentebestuur de vrijheid heeft een bepaald rayon vrij te stellen om in de centrale slachtplaats te slachten. De slagers willen liever hun slachterij in orde brengen dan de stichting van een cen trale slachtplaats. De commissie en B. en Wzijn echter van meening dat het niet wenschelijk is dat in het dorp particuliere slachterij en zijn. Van de 23 slagers waren er 18 georganiseerd. De vertegen woordigers dier georganiseerden hebben met de commissie geconfereerd^ De Coöp. Slagersvereeniging neemt de aandeelen. Zoolang het besluit van 17 Juni 1927 nog niet ingetrokken is, zitten we nog aan dit be sluit vast. Spreker betreurt het, dat dit besluit, dat indertijd op zijn voorstel genomen werd, niet uitgevoerd kan worden omdat de siagers meenen geen medewerking meer te kunnen verleenen. De heer Busch zegt dat het gemeentebestuur zich op het standpunt stelt dat er een abattoir moet komen. De Haad kan zich daarover in principe uitspreken. Wethouder Endendijk maakt de opmerking dat er van de 23 slachte rijen slechts 6 zijn die volgens de Wet in orde zijn. De Voorzitter stelt voor, om de discussies te bekorten, dat de Raad zich thans in principe uitspreekt omtrent de stichting eener centrale slachtplaats. Met algemeene stemmen wordt uitgemaakt dat men vóór stichting eener centrale slachtplaats is, zoodat de mogelijkheden sub 1 en 2 wan het voorstel van B. en W, (het in orde brengen der particuliere slachterijen en het noodzaken van de slagers om in een slachthuis eener naburige gemeente te slachten) buiten verdere bespreking "blijven. De Voorzitter zegt dat thans uitgemaakt moet worden of het abattoir gemeentelijk dan wel particulier geëxploiteerd zal worden. Spreker merkt nog op dat de Keuringsdienst gemeentelijk moet blij ven; deze staat vrij van het abattoir. De keurgelden moeten afzon- eerlijk beheerd worden. Spreker brengt nogeens de bezwaren van den vorigen Raad naar voren tegen de exploitatie van een slachthuis van particulieren. Voorts wijst Spreker er nog op dat de gemeente- °osendaal c. s. medezeggenschap heeft in de aldaar gevestig de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 286