- 13 Juni 1928
134.
De Voorzitter is het volkomen met den heer Doorman eens.Spreker
kan "best een verordening lezen zonder dat personen daarmede in aan -
raking komen. Men kan deze zaak bespreken afgezonderd van beleid en
personen.
De heer den Bliek is het in zoover er mee eens dat dit wel mo
gelijk zou zijn. Is_ het echter wel mogelijk hier in deze sfeer?
Omdat deze thans te troebel is, is het onmogelijk los te komen van
de voorgeschiedenis. Men kan thans niet tot goede gedachten komen.
De heer Busch zegt dat waar het hier om het belang der gemeente
gaat, de zaak zoo reeël mogelijk moet worden opgelost. De geest is
nu niet geheel van onzuiverheid vrij. Spreker handhaaft zijn voor
stel. Hij zou echter liever zien dat dit door Burgemeester en Wet
houders werd overgenomen.
De heel" Doorman handhaaft zijn meening. In verband echter met
de omvangrijkheid der stukken, is hij er niet op tegen dat de ver
gadering uitgesteld wordt, doch de behandeling der interpretatie
moet naar zijne meening voor gaan.
De heer de Bruijn is het eens met de heeren den Bliek en Busch,
Het is onmogelijk om nu een beslissing te nemen, Er zijn veel stuk
ken op deze zaak betrekking hebbend, maar het zijn verklaringen van
één zijde. Spreker hoopt, dat de personen, die thans vwrden aange
vallen, in de gelegenheid gesteld worden om zich in den geheelen
daad en niet voor een commissie te rehabiliteeren.
De heer Dammers, die het riet den heer Doorman wel eens is dat de
interpretatie kan geschieden zonder het beleid te raken, wijst er
evenwel op dat het Burgerlijk Wetboek zegt, dat wanneer de bewoor
dingen duidelijk zijn, men daarvan niet mag afwijken; zijn ze even
wel onduidelijk dan is afwijking mogelijk. De uitleg ware dan ook
officieel te bespreken; er ware licht op de interpretatie te werpen
om van invloed te kunnen zijn op de nader te nemen beslissing.
De Voorzitter brengt daarna het voorstel van den heer Busch in
stemming. Tijdens deze stemming vraagt de hear-- Doorman of het de
bedoeling is een officieuze vergadering te doan plaats hebben vóór
de interpretatie der verordening, waarop de Voorzitter een bevesti
gend antwoord geeft.
Het voorstel van den heer Busch wordt aangenomen met 10 tegen 3
stemmen. Tegen stemden de heeren Endendijk, Doorman en hoenders.
99, RONDVRAAG.
De heer van den Breemer dankt den betrokken Vethouder voor de
spoedige verbetering van den Zwarteweg.
De heer Pronk zou gaarne zien dat het laatste gedeelte van de
Mrkstraat ook besproeid werd.
Wethouder hoenders zal met dezen wensch zooveel mogelijk reke
ning houden.
De heer den Bliek vestigt er de aandacht op dat het publiek soms
last ondervindt van den sproeiwagen. Het gebeurt wel dat nen nat
gesproeid wordt wanneer men den wagen tegenkomt. Spreker vraagt of
®en het publiek wil irriteeren of ten nutte zijn. Spreker zag het
Personeel gaarne instructies gegeven, dat zooveel mogelijk met de
b0langen van het publiek rekening wordt gehouden.
Wethouder hoenders zegt dat het steeds de bedoeling is om bij het
^egenkomen van publiek het water in te houden, waarvoor echter
eenige oefening noodig is. Spreker zal echter hieraan aandacht
schenken.
De heor Busch dankt voor het verbeteren van de Torenstraat. Spre-
r vestigt de aandacht op het autoverkeer ter plaatse, en zou
gaarne zien dat een mindere snelheid werd bepaald, met het oog op
het