CS Juni 1928 --- 140.
ons als raad de 'behandeling van deze zaak wordt toegedicht. Ik heb
de eer er een voorstel van te maken den heer van Vliet te vragen of
hij er prijs op stelt dat de besprekingen omtrent het beheer van
het grondbedrijf openbaar zullen zijn en daarvan te laten afhangen
hoe de besprekingen zullen zijn.
Dan vervolgt spreker met de mededeeling, dat hij een klacht heeft
tegen de ambtenaren, werkzaam ten gemeentehuize. In de plaatselij 3<e
bladen "De Bode" en het Christelijk "Soester Nieuwsblad", bladen.
die staan onder de superieure leiding der geestelijkheid, komt een
stuk voor,-, waarin wordt te verstaangegeven dat.de aimbtenarenjegens
net publiek stug en onvriendelijk zijnDen gezegd wordt aat zij het
publiek afsnauwen» De raad moet er voor opkomen,dat het publiek
voorkomend wordt behandeld, In de stukken komt geen aanwijzing van
de ambtenaren voor, welke zich aan die bezv/aren schuldig maken.Het
was ridderlijker geweest, wanneer aangegeven was, die of die ambte
naar misdraagt zich tegenover het publiek. Nu deze zaken zou staan
verzoekt Spreker den Voorzitter aan de redactie der beide bladen
te vragen, welke klachten er zijn en welke ambtenaren zich in den
geest van de stukken gedragen, Waar de stukken onderteekend zijn
met "Veritas"dat beteelcent "waarheid" ligt het op den weg van den
Voorzitter den ambtenaren een reprimande te geven. Spreker verzoekt
althans van deze zaak werk te maken.
De Voorzitter zegt dat hem het stuk zeer bevreemd heeft, en de
Secretaris ook. Door den Secretaris is onder eenigen der ambtenaren
over deze aangelegenheid gesproken en deze kan verklaren, dat deze
ambtenaren de inhoud van het stuk als onwaar betitelen en betreuren
dat op deze wijze is geschreven» De Voorzitter zegt een nader onder
zoek toe.
De heer van Klooster geeft omtrent het eerstepunt door den hes-r
van Doorne gesproken te kennen, dat het billijk is, den heer van
Vliet de vraa^j; in overweging te geven.
De heer Grootewal dankt het College voor de correcte en snelle
wijze waarop de bewoners in de woningstichting "Ons Belang" zijn ge
diend geworden door de huurverlaging.
De heer de Bruijn wenscht naar aanleiding van het door den
heer van Doorne gesprokene iets te zeggen. Spreker acht het ver
keerd, dat in den raad de redactie van plaatselijke bladen wordt
l besproken
Voorts zegt Spreker is besloten den heer van Vliet in de gele
genheid te stellen in een officieuze vergadering zich te verdedigen.
Sen verweerschrift zou worden opgemaakt en den raadsleden worden
toegezonden. Dit verweerschrift is er blijkbaar nog niet en daarom
wenscht hij voor te stellen heden nog niet op deze zaken in te gaan
ofte beslissen. Hij acht het oeter nog eens bij elkaar te komen
voor de behandeling van het grondbedrijf of een commissie daarmede
te belasten.
De Voorzitter zegt dat het verweer nog niet is binnengekomen.
Geen van allen heeft dus de gelegenheid gehad het te bestudeeren.
De heer van Doorne zegt dat hetgeen door hem is gezegd naar
aanleiding van de plaatselijke bladen, hij zulks heeft gezegd als
raadslid en niet als redacteur van een blad.
Zijn voorstel inzake van Vliet kan gevoegelijk in stemming
gsbracht worden, aangezien dit staat buiten het verweerschrift.