9 Juli 1928---
143.
zal moeten worden overgegaan tot aflossing der ingevolge Raadsbe
sluit dd. 25 April 1928, 4e afd,nr.4-1—114d I, gesloten tijdelijke
kasgeldleening groot f 175.000,--, Inmiddels moesten wederom meer
dere betalingen worden gedaan, terwijl inkomsten niet in gelijke
mate binnenkwamen; bierdoor is bet noodig, behalve genoemde
f 175.000,-- alsnog bovendien op te nemen rond f 45.000,— zoodat
voorgesteld wordt over te gaan tot bet afsluiten eener tijdelijke
kasgeldleening van rond f 220.000,baar de onderhandelingen over
liet afsluiten eener zoodanige leening nog niet zijn beëindigd, zul
len B. en V. bet resultaat do,arvan alsnog nadër* mededeelen, onder s
aanbieding daarbij, ter vaststelling, van bet betrekkelijke ontwerp—
leeningsbesluit
be Voorzitter licht toe dat B en V. zich in verbinding hebben
gesteld met verschillende instellingen voor het aangaan eener tijde
lijke kasgeldleening. be voordeeligste aanbieding was die van het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te s-Gravenhagedat bereid is
een bedrag van f 220.000,--te leenen tegen een rente, berekend naar
per jaar. Spreker stelt in verband hiermede namens B.en Mvoor,
ten laste van het dienstjaar 1928, voor het tijdvak 1 Augustus tot
en met 14 ITovember 1.928 een tijdelijke kasgeldleening aan te gaan
met genoemd Pensioenfonds tot een bedrag van f 220.000,- tegen een
rente berekend naar 4fa 's jaars, zulks tot voorloopige dekking van
gewone en buitengewone uitgaven, voorzoover deze nog niet zijn ge
dekt, en voorts onder de bepalingen genoemd in het ontwerp-besluit
(4e afd.no..4-1-128A)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over-^
eenkomstig het voorstel van B en V/. besloten,
jllO.COMPTABILITEIT. (4e afd.nr..4-3-28)
Vaststelling van een besluit" tot belegging van gelden.
Wegens uitloting van een obligatie f 1000,- 4-f Amsterdam 1916,
en 3 obligaties ad f 1000,- 5 Rotterdam 1918 op 1 Juli a.s., wordt
voorgesteld een bedrag van zoo na mogelijk f 4000,- rentogevend te
beleggen door aankoop van obligatiën van geldleeningen ten laste van
den Staat der Bederrlandenvan Hederlandsch Indië, van een provincie
en/of van gemeenten, met uitzondering van de gemeente Soest.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het
besluit vastgesteld.
pil,EIGEHB01SCCN(3e afd.nr.5-3-22 en 5-3-21).
Vaststelling van:
a.een besluit tot verhuur van gemeentegronden;
b.een besluit tot intrekking van een besluit dd. 13 becembem. 1927
tot verhuur van grond.
Het besluit onder a genoemd, betreft het ten bate van het gemeen
telijk Grondbedrijf onderhands verhuren voor den tijd van een jaar
aan;
le,J,Verhoefvan beroep kruidenier, wonende Kostverlorenweg nr.1 te
Soest, het perceel grond kad,bekend als gemeente Soest in Sectie
H, nr.3467, ter grootte van 1,29 Are, zooals op de bij het besluit
behoorende schetskaart in geel ongeveer is aangegeven voor den
prijs van f 1,
2e.G,Kok, van beroep arbeider, wonende te Soest, Beukenlaan nr.11,
het perceel grond, Kad,bekend als gemeente Soest, Sectie H.nr.957,
ter grootte van 18,40 Are, zooals op de bij het besluit behoorende
schetskaart in geel ongeveer is aangegeven, voor den prijs van
f 9,20, zullende deze verhuren geschieden onder de voorwaarden
genoemd onder 1,2 en 3 van het ontwerp-besluit.
Het besluit onder b genoemd betreft de intrekking van het raads
besluit dd. 13 beo.1927, 3e afd.nr.5-3-46goedgekeurd door Ged.
Staten