22 Qctober 1928
209.
De heer Busch vraagt of ten aanzien van stoomwasseherijen
wel "beperkende bepalingen moeien werden opgenomen. Men moet.volgens
Spreker, in de ruimte blij ren, en de gelegenheid openstellen voor
vestiging van industr.o en vermogen. Men krijgt ao in de gemeente
meer arbeid, en meerdere opbrengst uit "belastingen.
De heer Grootewal betoogt dat hier absolute verwarring heeft
plaats gehad tusschen stoomketels en stoommachines. Indien er in
richtingen zijn, die stoom ontwikkelen met dezelfde kachels ls
die welke gebezigd worden voor een centrale verwarming, dan -ou
ook de centrale verwarming van het gemeentehuis niet toegelaten
kunnen worden.
De Voorzitter meent dut de rtaad in principe moet uitmaken of
hij wasscherijen en bleekerijen in de gemeente duldt of niet.
De heer Gasille zegt dat in cle commissie niet alleen gespro
ken is over last van rook, maar men was ook van meening dat was
scherijen beperkt moesten worden tot kleine capaciteiten. Men
wenschte geen groots wasscherijen in de gemeente.
De heer Doorman ken zich een stoommachine voorstellen ,die
verwarmd wordt door gas of slectriciue.itDan zijn er geen bezwaren
om die inrichtingen toe te laten. Men dient echter wel de machines
te verbieden die vook ontwikkelen als zijnde nadeelig voor de om-
wonenden.
De Voorzitter stelt voor nu in principe uit te maken of alle
wasscherijen en bleekerijen al dan niet in de kon zullen worden
teogelaten.
De heer van den Breemer vraagt of met afvoer van water reke
ning gehouden wordt,,
De Voorzitter antwoordt dat bij de vergunning ingevolge de
Hinderwet hieromtrent voorwaarden gesteld worden.
Met 10 tegsn 2 stermen wordt besloten geen wasscherijen en
bleekerijen in de kom der gemeente toe te laten. Voor stemden de
heeren Buach en Groot ewal - terwijl de heer Doorman buiten stemming
bleef.
.VEHOiiDEDINGSÏÏ. (le Afd,nr.23-l-94/94a/94"b en 99).
Behandeling van hot nieuw ontwerp-reglement van Orde voor de
vergaderingen van den haad.
Met intrekking van het bij hun schrijven ad. 16 Januari 1928,
le afd.no.23-1-20 aangebodor voorstel tot vaststelling van een re
glement van Orde voor de vergaderingen van den xtaad en de wijzi
gingen vermeld in hun schrijven dd. 2 Maart d.a.v.le afd.no23-1-36
bieden B. en een nieuw reglement ter vaststelling aan.
De heer Busch zegt B, on in een der vorige vergaderingen
verweten te hebben, dat ze niets doen. doch nu is door B, en W.
een prachtstuk werk geleverd. Spreke-ii; die alleen niet begrijpt
waarom een nieuw reglement van Orde ncodig isvraagt cf onder het
tegenwoordig reglement de orde is verstoord of in de toekomst zal
worden verstoord. Spreker zou hiervan niemand durven verdenken,
"behalve den heer Gasil? edien Spreker nog niet kent, doch uit de
door den Voorzitter in de vorige vergadering tot den heer Gasille
gesproken woorden van welkom, kan ook zeer zeker afgeleid worden
dat men den heer Gasille er ook niet van verdenkt dat de orde door
hem verstoord zal worden. Waarom moet er dan een nieuw reglement
komen. Het spijt Spreker dat dit reglement op aanc-rang van den
neer de Bruijn in behandeling genomen wordt, want het wordt alleen
ingesteld om Spreker den muilband aan te leggen. Hier moet Spreker
b6£cn protesteeren; een raadslid is onschendbaar en moet het alge
meen belang dienen, tengevolge waarvar- hij recht tot spreken moet
eoben. Spreker vreesi' dat door de instelling van dit nieuwe regle
ment niet de orde gediend zal zijn. doch dat juist de wanorde zal