243. cipelen het "Onze Vader", Spreker "begrijpt dan ook niet dat de theologen kunnen "beweren dat het "Onze Vader" ,dat het volmaakste gebed is, niet goed is in den Raad, Spreker heeft in een der vo rige vergaderingen gezegd dat men hij handel en politiek niet kan bidden; de politiek acht Spreker een vieze rommel om het mooi ste in het geding te brengen. Spreker raadt aan het voorstel van den heer Gasille aan te nemen. De heer Groot,eval zegt voor het voorstel van den heer Gasille te zijn. Spreker zou echter nog liever het gebed willen afschaffen. Ben ieder heeft toch immers thuis gelegenheid om Gods hulp af te smeeken. In 2e instantie kan hij zich met het voorstel Gasille vereenigen. Spreker is tegon een formulier-gebed. Spreker stelt dus voor het gebed af te schaffen; dan kan ieder thuis zijn geb-ed houden. De heer Hilhorst onderschrijft het gezegde door den heer Endendijk. Hen moet het formulier beschouwen als een hulpstuk om zich naar Doven op te heffen. Spreker vraagt of het niet mogelijk is dat B. en W. eens een en ander rustig overwegen, en met een passend formulier komen., dat dan in een volgende vergadering kan worden vastgesteld. Mocht er geen betere oplossing te vinden zijn, dan is Spreker voor handhaving van het tegenwoordige formulier. De heer van Doorne merkt op dat de heer Hilhorst een formulier wil om zich op te vorken naar Boven» Spreker vindt zulks niet noo- dig. Men bidt niet door gebruik te maken van de mooiste formulieren Men moet niet op de hoeken van straten bidden.Als men werkelijk ge- loovig en overtuigd van zijn nietigheid is, bidt men slechts deze vier woorden: Wees mij zondaar genadig. Bij het bidden heeft men gcon formulier noodig,maar men moet bidden naar het hart, o Wethouder Endendijk is het in zooverre met den heer Busch eens dat het "Onze Vader" het volmaakste gebed is. doch voor een ieder persoonlijk in de binnenkamer»Jezus gaf het "Onze Vader" aan Eijn discipelen, dus aan de Kerk, en niet aan de Overheid, Spreker wil dan ook vastleggen dat hij het "Onze Vader" als Overheiasgebed ongeschikt achtOverheid en Kerk hebben niets met elkaar te maken. Spreker die behoud van het gebed aanbeveelt, zegt dat het gebed der Overheid is het zich in het openbaar stellen onder Gods leiding en het erkennen van Zijn opperheerschappij De heer Busch wil het voorstel van den hoer Hilhorst overnemen om de kwestie in handen te geven van B. en V, om prae-advies. Spre ker is het niet eens met den heer Endendijk, die zich vasthoudt aan uiterlijke vormen. Er moet gebeden worden door zich eenvoudig over te geven .Zulks heeft hier in den Raad niet plaats. Om nu het gebed niet tot een paskwil te maken, is Spreker voor afschaffing. Door daden moet men zien dat men een volgeling van Christus is; de revolutie zal dan uitblijven. Hot gebed is te heilig, te mooi, om in hot openbaar uitgesproken te worden; het moet blijven buiten politiek en handel. De Voorzitter zegt dat men principieel van meening kan ver schillen, doch Spreker meent dat het geheele leven van den Mensch één bidden moot zijn. Spreker is niet voor aanhouding dezer kwestie en wonscht tot stemming over te gaan. De tegenwoordige redactie is niet goed, en men kan nu wel tot een besluit komen. Wordt een formulier-gebed wenschelijk geacht, dan kan dat nog nader vastge steld worden. Do li», er Hilhorst stelt voor deze zaak nog eens rustig te over wogen. Do Voorzitter is hier togen. Het reglement moet opgezonden worden aan Ged.Staten, en het is daarom niet wenschelijk het in oen volgende vergadering weer te wijzigen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1928 | | pagina 532