- 19 December 1928 26 3
ontv/erp voorkomende "bepaling aanbrengen van remmen op wagens).
Wethouder Endendijk zegt dat hij in de vorige vergadering vóór
het voorstel van B, en W. heeft gestemd. Waar hij thans vóór het
voorstel van den heer Hilhorst zal stemmen, wenscht hij zijn stem
te motiyeeren. Spreker heeft n.1. hezoek gehad van verschillende
menschenj die hem zoodanig hehhen kunnen overtuigen dat hij tot een
ander Inzicht is gekomen.
De heer van Doorne wenscht ook nog iets naar voren te "brengen.
Spreker acht de door B. en W. voorgestelde maatregelen wel goed, in
dien men royaal is met het afgeven van dispensaties voor de Soester
ingezetenen. Het "bezwaar is hier dat de "bermen van den weg stuk Y/or
den gereden. Spreker vraagt zich echter af hoe het moet gaan met de
menschen van "buiten, die geen remmen op de wagens hebben, en die in
deze gemeente komen. Spreker acht het beter dat de politie opdracht
krijgt om er speciaal op toe te zien dat de wagens niet buiten den
weg rijden, zoodat dan voorkomen wordt dat de bermen stuk gereden
worden.
Hierna komt in stemming het voorstel van den heer Hilhorst. Het
wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1 stem. De heer Gasille stemde
tegen, terwijl de heeren Busch en van Doorne zich van stemmen ont
hielden.
De heer van Doorne dringt er hierna op aan dat de Politie op
dracht gegeven wordt nauwkeurig toe te zien dat niet over de "bermen-^
gereden wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig
het voorstel van B. en W, besloten:
a.de op 9 Juli 1928 vastgestelde algemeene Politieverordening in te
trekken,
b.vast te stellen een nieuwe algemeene Politieverordening, zooals
deze zal luiden na de aangebrachte wij zigingen in. de sub a bedoel
de verordening (zie ook raads vergade ring 28. Nov. 1928)
c.aan B. en W. machtiging te geven de nummering der artikelen voor-
zoover noodig te wijzigen.
l.BAD - EN ZWEMINRICHTING. (3e afd.no.25-1-5)
Behandeling van een adres van het plaatselijk Comitó tot oprichting
van een bad- en zweminrichting, verzoekende in beginsel tot medewer
king te besluiten.
Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van het medegedeelde
in hun voorstel dd. 6 Dec.1928, 3e afd.no.25-1-5 geen vrijheid vinden
den Kaad te adviseeren in gunstigen zin op het verzoek te beschikken,
doch zij vragen machtiging om aan het adresseerend Comité te berich
ten ,dat op medewerking van de zijde der gemeente kan worden gerekend,
wanneer voldoende waarborgen gegeven worden, dat het algemeen volks
belang bij het tot stand komen der inrichting in de toekomst wordt
gediend
De heer Busch, die in beginsel voor gemeentelijke exploitatie
isvindt het niet gewenscht dat dergelijke inrichtingen in particu
liere handen zijn, daar complicaties op den duur niet te overzien
zijn. Spreker stelt echter het streven van dit Comité, tot oprich
ting eener bad- en zweminrichting op zeer hoogen prijs. Indien een
ieder van deze inrichting profiteeren kan, wil hij wel besluiten
zijn medewerking te verleenen.. Gezien de hooge uitgaven voor de ge
meente bij gemeentelijke exploitatie, wil Spreker voorloopig met de
voorstellen meegaan, doch onder bepaling dat het hier een onderne
ming voor een ieder zal worden, daar het een algemeen volksbelang
geldt.
De Voorzitter zegt dat B. en hetzelfde oordeel hebben. Een
plan voor stichting eener gemeentelijke badinrichting, is in vtxxrbe^