19 Februari 1929 36. dat de verdere besprekingen mogen leiden tot heil der gemeente. Spreker zal straks, wanneer ook de andere leden hebben gesproken, en het College geantwoord heeft, een motie voorstellen betreffende wijziging van verdeeling der Wethouderszetels De heer van Doorne zegt dat hij ook dit jaar aan de algemeen® beschouwingen zal deelnemen. Deze hebben niet alleen ten doel om kri tiek uit te oefenen, maar ook om te komen tot verbetering. De Wethou ders zijn de hooge boomen, die veel wind vangen en juist daardoor kritiek ontvangen. Met hun werk hangt ook samen de salariskwestie. Sprekers fractie heeft voorgesteld de salarissen te verhoogen, het geen gemotiveerd was. Objectief bekeken is salarisverhooging der Wetf houders noodig en gewettigd. Er dient een behoorlijke tegemoetkoming tebworden verleend in de kosten, welke zij moeten derven door hun tijd productief te maken voor de gemeente-belangen. Iedereen zal moeten toegeven dat de werkzaamheden geheel anders zijn dan 20 jaar geleden toen alles maar bekokstoofd werd onder het rooken van een sigaartje. Wat de Wethouders moeten doen, is niet gering, maar het is een andere vraag of ze berekend zijn voor hun werk. Het is een vraag of'inderdaad in B, en W. de krachten ontbreken, die Soest noodig heeft. Het is zeer lastig om daarover een oordeel te vellen; men moet dat niet alleen als Raadslid kunnen beoordeelen, maar ook een kijk hebben op de weajk- zaamheden die hier niet aan de groene tafel komen. Het dagelijksch be leid is niet te beoordeelen. De Raad heeft hen als vertrouwensmannen gekozen, en daarom hebben ze de volle verantwoordelijkheid. Die ver antwoordelijkheid kan natuurlijk niet te sterk opgevoerd worden. Zij kunnen niet alles; zij zijn slechts de leidende hand der gemeente.Ze zijn immers ook weer afhankelijk van de hoofden van dienst. Zoo wijst Spreker op de afdeeling Comptabiliteit. Het spreekt vanzelf dat het college niet in onderdeelen voor deze afdeeling verantwoordelijk kan zijn. Voorzoover B. en W. die verantwoordelijkheid hebben, staat aan de Raadsleden vrij om een oordeel te vellen. Hierbij komt de vraag naar voren of salarisverhooging noodig is. Spreker wijst er voorts op dat een der hoofden van dienst thans weggaat.Deze had hier een chaos op te ruimen. Deze ambtenaar heeft buitengewoon serieus en goed werk verricht. De heer Monsma is steeds B. en W.'s rechterhand geweest. Een woord van hulde is hier zeker op zijn plaats. Spreker zou het aange naam gevonden hebben als de bekende serie vragen nog beantwoord ge weest was f'oor den heer Monsma, Spreker hoopt dat de beantwoording geen beroerd parket voor B. en W. zal meebrengen, en vertrouwt dat deze ambtenaar nog in de gelegenheid zal zijn de vragen te beantwoor den. Er wordt wel om gelachen, maar tot heden ziet men maar niets. Spreker hoopt niet dat de commissie haar taak zal moeten neerleggen fmdat de vragen niet beantwoord worden. Spreker zegt voorts dat aan het Gasbedrijf een luchtje zat, terwijl het grondbedrijf ons in den grond geboord zou hebben. Spreker wil voorts den Voorzitter een com pliment brengen, dat deze steeds het beginsel van openbaarheid heeft voorgestaan, terwijl het Spreker verheugt dat de Raadsleden royaal inlichtingen worden verstrekt, in tegenstelling met vroeger. Over ambtenaren gesproken wil Spreker opmerken dat de verhouding tusschen en W. en deze niet .zoo is als ze wezen moet'. Spreker heeft zulks gemerkt met de kwestie grondbedrijf, In 't algemeen werden de vragen royaal beantwoord, maar er was ook een ambtenaar die niets wist en niet wilde medewerken om de zaak tot een oplossing te bpengenDit een verkeerde blik op de zaak, ook deze moest de openbaarheid vo<xr- staan.^Er is meermalen door den Voorzitter gezegd dat er rust moet tornen in de gemeente. Die kan komen door een goede verhouding tussaiHWi ambtenaren en Chefs, en B. en Y/.Die verhouding moet volkomen zuiver zij'n, en niet alleen uitgaan van de hoogere, maar ook van de lagere ambtenaren

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 108