28 Bebruari 1929 --- 80. ker heeft dit ontdekt, t.ion hij in December 1926 informeerde naar den reservestand van het grondbedrijf, en het hem bevreemdde, dat bij den verkoop aan de Anna Paulownalaanhet geheele verschil tusschen de verkoopsom en de kosten van wegaanleg naar de reserve was overgebracht, terwijl in andere gevallen enkel een zeker per centage als winst werd beschouwd. Spreker zal over de balans 1923 niet veel zeggen, maar alleen memoreeren, dat aan de Provinciale Griffie de toezegging was gedaan, om de boekhouding in orde te maken. Spreker, die voor de goede eigenschappen van den directeur niet blind is, begrijpt niet, dat men de conclusie van Burgemees ter en Wethouders zoo zwak vindt, ndien daarin, zooals het geval is, wordt gezegd, dat de gewezen directeur niet voldoende begrip heeft gehad van de noodzakelijkheid van een goede administratie, waardoor verwarring is ontstaan, dan meent Spreker, dat die di recteur het daarmede doen kan. Tenslotte deelt Spreker mede, dat Burgemeester en Wethouders eenparig hun voorstel handhaven. De heer Van Doorne bestrijdt den heer Hilhorst, dat de commis sie van Onderzoek niet neutraal tewerk zou zijn gegaan, aangezien elke aanmerking van de commissie den heer Van Vliet is voorgelegd en niets voor hem verborgen is gehouden. Het zou evenwel dwaasheid zijn geweest, den heer Van Vliet van de notulen der commissie-ver gaderingen inzage te verleenen, daar hij alsdan kennis zou hebben genomen van hetgeen andere ambténaren over hem hebben medegedeeld, hetgeen minder wenschelijk is. Spreker is Vborts zeer verwonderd over de houding van den heer Hilhorst, omdat deze indertijd tegen de aanneming van de Verordening en de benoeming van den directeur heeft gewaarschuwd. Spreker, die meent, dat de interpretatie van de verordening met het beleid niets heeft te maken, en buiten deze zaak moet worden gehouden, is van oordeel dat de directeur zich niet van oneerlijke practijken heeft onthouden. Zoo noemt Spreker een oneerlijke practijk het verwisselen van den staat van 19 No vember 1925 met een, welke geantidateerd is, het brengen van de waarde van de strooken aan de Anna Paulownalaan op nul, indien men dit beter weet, alsmede het publiceeren in de kranten, dat winst zou zijn gemaakt. Spreker verzoekt voorts den Voorzitter, om in dien de moties van Burgemeester en Wethouders en die van Spreker elkaar dekken, de zijne over te nemen. Spreker, die het betreurt, dat de heer Van Vliet niet tijdig gealarmeerd heeft, toen de admi nistratie spaak liep, is van oordeel, dat door de schuld van den heer Van Vliet kosten moesten worden gemaakt, o.a. die veroorzaakt door de tewerkstelling van den heer Kraaijkamp, en wenscht daarom aan zijn conclusie toe te voegen, dat de instelling van het grond bedrijf heeft geleid tot financieele schade van de gemeente, Op de desbetreffende vraag van den Voorzitter wat de heer Ga- sille in de door hem ingediende motie als schade heeft bedoeld, deelt deze laatste vervolgens mede, dat enkel door hem bedoeld zijn de f 1000,- welke zijn uitbetaald aan salarissen, welke geno ten zijn door "buitenstaanders. De heer Hilhorst deelt mede, dat hij indertijd bezv/aar had te gen de verordening, met het oog op de 5-jaarlijksche schattingwel ke daarin voorkwam, aangezien hij vreesde dat over 5 jaren een ont staan tekort op de belastingbetalers zou worden verhaald. Voorts is door Spreker niet tegen den heer Van Vliet gewaarschuwd, maar wenschte hij voor de benoeming te wachten op den nieuwen Haad.Voorts wijst Spreker er nogmaals op, dat de achterstand bij het grondbe drijf zijn oorzaak vindt in verschillende omstandigheden, o.a. dat de heer Van Vliet geen voldoende hulp heeft gehad. De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 196