115
Met goede woorden kan men wel wat gedaan krijgen; ook bij de koe
ren kan men in een dergelijk geval veel "bereiken. Spreker gaat
vervolgens de toedracht der zaak na. Tegen Van Duinkerken werd
proces-verhaal opgemaakt, waarop een veroordeeling volgde krach
tens de Wet. De gemee nteverordening is eerst later aangevuld met
"betrekking tot het betreden van de terreinen door de brandweer.
Spreker is van oordêel dat de behandeling van deze zaak niet door
B.en W. is geschied, zooals wel behoort. Van Duinkerken is onmid
dellijk na den brand ten gemeentehuize geweest, met verzoek een
onderzoek in te stellen omtrent een en ander. Aan dit verzoek
werd geen gevolg gegeven. Van Duinkerken is den volgenden dag te
ruggekomen, en werd afgewezen. Nadat een advocaat zich tot de ge
meente had gewend, werd op de zaak ingegaan en Van Duinkerken ge
vraagd om de schade op te geven. B.en "W. hebben toen een commis
sie benoemd, bestaande uit 2 landbouwers, n.1. de heeren van den
Breemer en Brouwer. Het had op den weg van B.en W. gelegen om on
middellijk na den brand de commissie naar het terrein te zenden,
immers de schade had dan onmiddellijk opgenomen kunnen worden. Nu
gaan er allerlei praatjes dat de heeren bij Van Duinkerken met si
garen en cognac zijn ontvangen,Ha 2 maanden heeft dus die commis
sie de schade vastgesteld op f 145,- in verband waarmede B.en W.
een voorstel deden tot toekenning van een schadevergoeding tot dat
bedrag, B.en W. hebben dit voorstel echter aangehouden naar aan
leiding van een bij hun college ingekomen schrijven, en na 4 maan
den werd het advies gevraagd van den Veearts. Spreker kan geen
waarde aan diens rapport schenken; dit rapport is onzin. Nu wordt
naar aanleiding van het searpport van den Veearts de vorige ziens
wijze van B.en W. veranderd en geadviseerd geen schade vergoeding
te geven, terwijl Van Duinkerken werkelijk schade heeft geleden.
Het is volgens Spreker onmogelijk om na 4 maanden over een derge
lijke zaak een behoorlijk rapport uit te brengen. B.en W. hadden
onmiddellijk de zaak moeten laten onderzoeken; de fout ligt dus bij
B.en fSpreker stelt tenslotte voor een schadevergoeding van
f 145,- toe te kennen, zooals oorspronkelijk door de commissie was
vastgespeld en door B.en \7, werd voorgesteld.
De heer van den Breemer zegt dat de schatting door de commis
sie goed is gedaan. Het is echter eon duistere zaak, en het is
moeilijk te zeggen of de waardevermindering het gevolg is geweest
van den brand. De waardevermindering zou ook veroorzaakt kunnen
zijn door andere omstandigheden. De schade is echter vastgesteld
onder voorbehoud van de omstandigheid dat de koe tengevolge van
den schrik in mindere conditie is geraakt.
De heer Gasille merkt nog op dat bedoelde koe uit een nest
van 3 komt, en de koeien een gelijke zekere hoeveelheid melk gaven.
De heer Busch is het eens met den heer Gasille dat met de boe
ren wel te praten is.Spreker wijst er echter op dat de heer Gasil
le uit het oog verliest dat overleg niet van te voren kon plaats
hebben. Bij brand moet onmiddellijk gehandeld worden. Deze zaak
is echter niet behandeld zooals wel behoorde. Er had onmiddellijk
een onderzoek moeten worden ingesteld. Men kan thans niet positief
aamemen dat de schade f 145,- bedraagt. Het is een feit dat de
koeien zijn verkocht voor volwaardige dieren. Was onmiddellijk een
onderzoek Ingesteld, dan. zou men misschien wel een aohdere lezing
van het geval gekregen hebben. Het rapport van den Veearts acht
Spreker geen onzin; de heer Winter, die naar Sprekers oordeel een
hoogstaand persoon is, is van alle smetten vrij. Wanneer aangeno
men kan worden, dat de schade tengevolge van den brand is veroor
zaakt, stelt Spreker voor een vergoeding van f 40,- te geven,als
erkenning dat deze zaak niet op behoorlijke wijze is afgewerkt
De