126
dóch. bericht werd hierop niet ontvangen. Spreker wenscht alsnog
aanteekening dat de'bijenteelthoewel van geen grooten omvang,
in bloeienden toestand verkeert.
Besloten wordt het \erslag in dier voege aan te vullen.
De heer Doorman Vraagt vervolgens hoe het staat met de Angora
konijnenfokkerij daar hieromtrent niets in het verslag staat.
De heer van den Breemer zegt dat het verslag er niets van ver
meldt omdat dienaangaande niets bijzonders bekend is. Eigenlijk
zou vermeld moeten worden dat de konijmen wel waarde hebben» doch
dat de wol weinig waarde heeft.
De heer den Bliek wijst er op dat het vorig jaar ook reeds op
deze fokkerij' is gewezen, en het verslag werd aangeviild met de
toevoeging dat een en ander van gcoten omvang is geworden. Thans
wordt er niet over gesproken in het verslag, terwijl het Spreker
bekend is dat dezer dagen een 'fokker naar Indië is vertrokken.
De heer Doorman zou toch gaarne vernemen wat het wollege van
die konijnenfokkerij weet.
De Voorzitter zegt dat, voorzoover hem bekend is, in de angora®
konijnenfokkerij geen wijziging is getreden en op hetzelfde peil
is gebleven.
Het verslag wordt hiermede aa,ngevuld.
Overigens wordt het verslag voor kennisgeving aangenomen.
,76.VERKIEZINGEN. 2e afd.nr.340.)
Benoeming van leden en plaatsvervangende leden der stembureaux
voor de eerstkomende 4 jaren.
Burgemeester en Wethouders bieden een voordracht aan (nr.340)
voor de benoeming van de leden der stembureaux, welke zitting heb®
ben gedurende de eerstvolgende 4 jaren overeenkomstig he£ bepaal
de in het le lid van art.59 der Kieswet. Tevens moeten voor de
zelfde periode benoemd worden de leden van het Centraal Stembu
reau, van hetwelk de Burgemeester van rechtswege voorzitter is.
B.en W. wer zoeken de voorgedragen personen wel te willen benoemen.
De heer Busch meent naar aanleiding van de voordracht van B.en
W. iets te moeten zeggen. Het is hem n.1. opgevallen dat het
oudste lid van den liaad is gepasseerd, aangezien deze steeds voor
zitter is geweest van een stembureau en thans als lid wordt voor
gedragen, terwijl dé heer Gasille, die lcorten tijd geleden zitting
genomen heeft als raadslid thans ter benoeming wordt voorgedragen
als voorzitter van een stembureau. Spreker vertrouwt dat de heer
Gasille uiterst bekwaam is om als voorzitter op te treden, zoodat
Spreker zulks niet om den persoon zegt, doch hij zou gaarne zien
dat het oudste lid van den Raad alsnog tot voorzitter werd acange-
wezen. Voorts zegt Spreker, dat het hem bevreemdt dat, in de stem
bureaux wel zittin^hebben leden van partijen, welke niet in den
Raad zijn vertegenwoordigd, terwijl van de partij, welke Spreker
vertegenwoordigt, er niet één, behalve Spreker, wordt voorgedragen.
De heer den Bliek acht het ook niet juist dat thans een lid
wordt voorbijgezien, die jarenlang voorzitter is geweest. Spre
ker stelt daarom voor zijn plaats als voorzitter van district II
te verwisselen met die van den heer van den Breemer, als lid.
De heer van den Breemer verzoekt geen wijziging in de voor
dracht aan te brengen, dus de regeling zoo te laten.
De heer deri Bliek is van oordeel dat de heer van den Breemer
recht op de plaats van voorzitter heeft, daar "hij vele jaren die
functie heeft vervuld. "Mitsdien stelt Spreker voor den heer van
den Breemer als zoodanig te benoemen.
De heer Doorman vindt het lid zijn vah een stembureau een niet
prettigen burgerplicht.Spreker begrijpt daarom niet dat zooveel
oud-raadsleden ter benoeming voorgedragen worden.Men dient deze
functies zooveel mogelijk van persoon te verwisselen
Vervolgens worden bij acclamatie de stembureaux als volgt
Samengesteld;