19 Juni 1929 loo. terwij 1 in de volgende alinea, van dit art.77 cie nadere uit vo-,. j-ing van het door den xiaad genomen besluit, tot principieole medewer king wordt geregeld. Moet het vorenstaande dienen om aan te toonen,dat de waar de van het door de wet voorgeschreven overleg niet te hoog moet worden aangeslagen, het spreekt van zelf, dat de wetten er zijn om nageleefd te worden, en dat door ons College ook steeds daar naar wordt gestreefd, en zoo doenlijk gehandeld. Dat in casu, zoo als in den aanvang van dit betoog reeds is toegegeven, de bewuste termijn van 30 dagen is overschreden, is evenwel niet de schuld van ons College, maar van het adreseerend bestuur zelf. Zooals U bekend is, in een der essentieele voreischten voor de inwilliging van een aanvrage als waarvan hier kwestie is, dat daarbij is overgelegd een verklaring der ouders, waaruit blijkt, dat de te stichten school door een voldoend aantal leerlingen zal worden be zocht. Is bedoelde verklaring niet in orde, dan dient de aanvrage derhalve te worden afgewezen. Nu had het onze aandacht getrokken, dat de door het bestuur der Engendaalschool ingediende lijst met handteekeningenbehoudens het later ingevulde opschrift aan den buitenteint en 2 onderaan geplaatste handteekeningen, geheel gelijk v/as aan een lijst, welke indertijd was ingeleverd bij de naderhand ingetrokken aanvrage van de stichting van de Van der Kucht scholen-4, welke stichting bestuurd werd (en misschien nog wordt) door de zelfde personen, die thans deel uitmaken van het bestuur der Engen- daalschool. Bij ons College rees de vraag, of de bij de aanvrage der ïïngendaalschool van 25 April j.1. ingeleverde lijst, behoudens de 2 genoemde toevoegingen, niet feitelijk een duplicaat was van de vroeger bij de aanvrage van de stichting van de Van der Hucht- soholen ingeleverde lijst, zoodat de bij de aanvrage van 25 april ingezonden lijst niet als geldig kon worden beschouwd. Een door ons ingesteld onderzoek heeft uitgewezen, dat ons vermoeden inder daad juist was, aangezien gebleken is, dat den ouders slechts bij één gelegenheid - en derhalve bij de eerste aanvrage (d.i. van de Stichting Van dei" Huch.tsch.olen"om hun handtoekening is verzocht, en dat dezen toen in duplo hebben geteekend, terwijl hun daarbij door den heer A.van Asselt is medegedeeld, dat het tweede exem plaar zou dienen voor het geval, dat het eerste onbruikbaar mocht worden. Het spreekt vanself, dat, onder deze omstandigheden, de bij de aanvrage der Engendaalschool van 25 April j.1. ingeleverde lijst met handteekeningen niet kon worden aanvaard, Daarom is het schoolbestuur in overweging gegeven, een nieuwe aanvrage, met een nieuwe lijst met handteekeningen, benevens de overige stukken in te zenden. Tengevolge van de bestaan hebbende onzekerheid ten opzichte van de geldigheid der lijst is het overleg met het schoolbestuur eenigszins vertraagd. Het schoolbestuur is daartoe uitgenoodigd op 30 Mei j.1.bij schrijven van 28 Mei j.1., doch bedoeldoverleg heeft dien dag niet plaats gevonden, daar meergenoemd schoolbe stuur dat later verklaard heeft de uitnoodiging nimmer te hebben ontvangen, niet is versohenen." De Voorzitter acht de interpellatie hiermede beëindigd. De heer Busch verzoekt in de gelegenheid gesteld te worden de interpellatie te houden. De Voorzitter is van oordeel dat de interpellatie het in dienen van de vragen is. Op die vragen hebben B. en W. een antwoord, gegeven, waardoor de zaak is afgedaan. De heer Busch zegt nogmaals dat hij het woord verlangt. Spre ker heeft verlof gevraagd en bekomen tot het houden eener inter- pellatie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 372