--- 19 Juni 1929 m 175 is, en toen heeft de gemeente een gedeelte van dien grond voer verbreeding van den weg in gebruik genomen. Ten aanzien van het ver zoek van Van der Grift merkt Spreker op, dat de rooiing door een achtergelegen perceel reeds in Toeslag is genomen, Y/at het aangehaalde geval aan den Nieuweweg betreftzegt Spreker dat het desbetreffende perceel meer dan 50 Meter achter de rooilijn ligt, zoodat daar geen bezwaren waren de ontheffing te verleenen; bij het perceel van Van der Grift is slechts sprake van een afstand van 27 Meter. Het geval van Oosten voldoet niet aan de bepaling onder 5 van de voorwaarden voor de winkelstraat. De heer Busch wil B. en V/.geen enkel verwijt maken, daar de motiveeringen wel juist zijn volgens de Verordening. Y/aar het hier echter drastische maatregelen betreffen, zou Spreker gaarne zien, ook in verband met de bestrijding der werkloosheid, dat de Baad 3. en W. verzocht alsnog hun houding te herzien. De heer Hilhorst betoogt dat Van den Broek alle medewerking heeft verleend om te komen tot eene verbreeding van de Soesterberg- schestraat, al mag hij ook geen eigenaar van den grond geweest zijn. Tengevolge van de ophooging van den weg, is zijn huis 30 c.M.bene den den beganen grond komen te liggen, waardoor hij hindier van wa ter heeft. In verband hiermede is verbouw van het perceel noodzake lijk. Het betreft hier dus wel een bijzonder geval, en dan kunnen B, en ontheffing verleenen. Ten aanzien van het adres van Van der Grift had de Bouwcommissie ook geen bezwaar de gevraagde ont heffing te verleenen. De omgeving zal niet ontsierd worden. In af wachting van aan te brengen wijzigingen in de Bouwverordening zou Spieker gaarne zien dat de hier bedoelde twee ontheffingen alsnog werden verleend. De Voorzitter betoogt nogmaals dat de Baad kan besluiten de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren, doch dat hij het College van B, en W. kan verzoeken zijn zienswijze te herzien. Wethouder Endendijk verlaat de vergadering. De heer van Klooster zegt ook nog dat het inderdaad waar is dat van den Broek indertijd zeer welwillend is geweest met grond- afstand.Daarom dient men hem ook thans terwille te zijn. Y/aar het uitbreidingsplan nog niet vastgesteld is, kan in den geproj ecteerden weg ter plaatse nog wijziging worden aangebracht, zoodat ook uit dien hoofde, naar Sprekers oordeel, geen bezwaren tegen het ver leenen der ontheffing behoeven te bestaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren, doch het College van B. en V.alsnog te verzoeken zijn zienswijze omtrent deze aanvragen te herzien, pO.EIGENDOïMEN. (3e afd. nr.511 en 612). Vaststelling van b. luiten tot verhuur van grond en grasgewas. Voorgesteld wordt te besluiten: a.ten bate van het grondbedrijf der gemeente (complex 2 en 4) voor den tijd van vijf jaren te verhuren aan de Vereeniging "Zomers Buiten" te Amsterdam, een gedeelte van het perceel grond kad,be kend gemeente Soest, sectie D.nr.1861, ter grootte van 300 Aren, een en ander zooals op de bij het besluit behoorende schetskaart in groene kleuromlijning ongeveer is aangegeven en ter plaatse is uitgezet, voor den prijs van f 0,50 per Are per jaar, zullende deze verhuur geschieden onder de voorwaarden en bepalingen ge noemd onder a tot en met d_ van het besluit.(3e afd.nr.51l) b.met behoud van alle rechten der gemeente ten aanzien van het ge ven eener andere bestemming aan den grond, uitmakende het hierna te noemen kadastrale perceel, aan H.van de Hoef, van beroep land bouwer, wonende Eemweg 4 te Soest, vanaf heden tot 1 November 1929 onderhands

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 386