24 Juli 1929 j-3b. De heer Busch wenscht zijn voorstel om de inschrijving op nieuw door allen gelijktijdig te doen plaats hebben, in stemming gebracht te zien. rt Dit voorstel wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen.Vóór het voorstel stemden de hoeren van Doorne, Grootewal, Gasille en Busch. Wethouder Endendijk zegt dat men toch bij zulke zaken moet door denken. Moet de Raad nu speciaal voor dergelijke dingen samen komen? Spreker meent dat B. en W. toch wel eenige vrijheid van han delen mogen hebben. Men moet practisch zijn; men kan dat gras toch niet laten weggaan. De heer Busch meent dat hier een onwettige daad door B.en is verricht. Het betreft hier een stuk vuiligheid en smeerlapperij 137.BELASTINGEN. 3e afd.nr.128) Vaststelling van het le suppletoir kohier Hondenbelasting 1929. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het kohiex' vastgesteld tot een bedrag van f 33,-. 138 .VLEESCHKELLVlKGSWET SLACHTPLAATS 3e Afd.no 781 Goedkeuring van de door de H.V.Centrale Slachtplaats vastge stelde voorwaarden tot slachting in het abattoir. Ingevolge het bepaalde in art.3 der Overeenkomst inzake de Centrale Slachtplaats bieden B. en W. de voorwaarden tot slachting aan zooals deze door de II.V.Centrale Slachtplaats voor de gemeente Soest zijn vastgesteld, onder mededeeling dat zij zich daarmede eerst hadden kunnen vereenigen. B. en W. hebben echter na nader overleg met den Directeur van den Keuringsdienst voor vee en vleesch, A.Winter, die verklaarde dat hij zich met deze voorwaar den niet had kunnen vereenigen en daarom een nadere bespreking met de slagers-vereeniging had gevoerd, gemeend hunne zienswijze te moeten wijzigen en den Raad nieuwe voorwaarden te moeten aan bieden. De h.-er Winter heeft verzekerd dat de voorwaarden zooals ze thans geredigeerd zijn, de volle instemming hadden van de sla gers vereeniging. Deze voorwaarden die in gsenen deele afwijken van de oorspronkelijke, kunnen slechts een beperking daarvan ge noemd worden. De Voorzitter zegt dat omtrent dit punt en de twee volgende punten der agenda tegelijk beraadslaagd kan worden. De heer van Klooster wil dan bij het volgend punt der agenda reeds opmerken, dat hij gedacht had dat een uitzsndering gemaakt zou zijn voor huisslachtingen. Spreker vraagt in welk stadium of deze zaak is De Voorzitter zegt dat de Verordening, als bedoeld in art.4, lid 1 sub 3 der Hinderwet, en vermeld onder het volgend punt der agenda alleen geldt voor slachterijen, n.1. bedrijven. Daarvoor wordt aangewezen het abattoir. De huisslachtingen vallen buiten deze materie. In de Vleeschkeuringsverordening zal een rayor omschreven worden, waarin de huisslachtingen zullen worden toe gelaten. Die verordening is in de betrokken commissie behandeld, en om advies gezonden naar de Gezondheidscommissie. Behandeling in de eerstvolgende raadsvergadering zal plaat3 hebben Spreker herhaalt nog eens dat een huisslachting geen abattoir is De heer van Klooster is het eens met den Voorzitter.Spreker heeft deze zaak alleen maar aangeroerd om te willen voorkomen, dat stilzwijgend sanctie gegeven werd dat huisslachtingen hier ook onder zouden vallen. De heer Busch is zoo vrij van meening te verschillen met den Voorzitter. Op grond van art.1 der meergenoemde verordening kan z.i

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1929 | | pagina 408