--- 7 April 1930 50: wielpad langs de spoorlijn reeds dadelijk opengesteld wordt, zullen o.a. de he ei^ornsve ld en van der Kuilen daarvan grooto schado ondervinden, aangezien dan de meestenwielrijders net nieuwe pad zullen volgen. De heer van Doorne is van oordeel dat de inrichtingen van Hornsveld en van der Kuilen, zijnde de eenige gelegenheden in die omgeving, toch wel door vreemdelingen bezocht nullen wor den. Wethouder Endendijk zegt dat het nieuwe pad thans nog niet berijdbaar is. Spreker acht het niet gewenscht nu tot afwerking van het pad over te gaan en het nïet open te stellen. Het is geen bezwaar om het gedeelte vanaf de Paltz tot de z.g. Heezer- hekken af te werken. De heer Busch betoogt nogmaals dat het wenschelijk is dat het nieuwe pad niet in gebruik wordt genomen, aangezfen die menschen door het thans bestaande pad een belangrijke bron van inkomsten hebben. Voorts bepleit Spreker nog terugbetaling van door andere bouwondernemers gedane stortingen in het Wegenfonds. De Voorzitter zegt dat dearvoor maatregelen zullen worden getroffen. De heer Busch doet hierna het voorstel om het nieuwe pad wel aan te leggen, doch tijdelijk af te sluiten en eerst dan open te stellen zoodra do heer Insinger het pad door zijn bosch afsluit. Dit voorstel wordt verworpen met 12 stemmen tegen 1 stem. De heer Busch stemde vodr. Het voorstel van B. en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 68.EIGENDOMMEN. (3e afd.nr.550). Voorstel van B. en W. terzake grondruiling met den heor E.H.D.Insinger te Baarn (beginselbesluit). B. en W. stellen voor met den heer Insinger een ruiling van grond zooals deze nader is omschreven in hun voordracht dd. 31 Maart j.l.,3e afd.nr.550, aan te gaan. Zij geven als hunne meening te kennen dat de belangen der gemeente met doze ruiling zijn gediend, op grond waarvan zij den Raad in over weging geven in beginsel het besluit te nemen tot grondrui ling. B. en W. zullen dan zoo spoedig mogelijk een ontwerp besluit tot grondruiling met een ontwerp der aan te gane over eenkomst ter behandeling aanbieden. De heer Gasille wijst or op dat in het landgoed van den heer Insinger een 6-tal gezinnen ingesloten wonen. Spreker acht het gewenscht dat B. en W. toestemming vragen aan den heer Insinger dat de kinderen van die bewoners langs d&n weg over het landgoed, welke weg aan den heer Insinger toebehoort, mogen gaan om de school te kunnen bezoeken. Anders moeten ze 5 K.M. om loopen. Wethouder Endendijk zegt dat hij zich hedenmiddag omtrent deze aangelegenheid nog in verbinding heeft gesteld met den heer Ooijevaar, zaakwaarnemer van den heer Insinger. Bedoelde persoon heeft namens den heer Insinger medegedeeld dat die kind*ren tot op heden gebruik kunnen maken van dien weg, en dat er niet over gedacht wordt om die kinderen het volgen van den weg te weigeren. De heer Insinger wenscht echter geen belofte te doen, welke hem moreel zou binden; eveneens weigert hij een servituut. De heer Insinger heeft kwesties met Dorre steijn

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1930 | | pagina 136