2 5 Juni 1950 96. 19.ELECTRICITEIT - EIGENDOMMEN (1e afd.nr1575 Vaststelling van een besluit tot het verleenen van een zake lijk recht op gemeentegrond ten behoeve van uit te voeren werken door de N.V."P.U.E.M. Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 10 Juni j.l.nr.1375, stellen B. en W. voor het aangeboden ontwerp-besluit vast te stellen, zooals dit na schrapping van het in genoemd schrijven bedoelde, bij de officieele raadsstukken is nedergelegd. De heer Doorman is van oordeel dat de P.U.E.M. wel een re cognitie kan betalen» De P.U.E.M. stelt toch immers de voorwaardai niet vast, doch de gemeente. De Voorzitter betoogt dat het hier een zakelijk recht betreft. Bij het heffen van een jaarlijksche recognitie zou men voor moei lijkheden komen te staan. De heer Doorman kan zulks niet inzien. Spreker blijft van meening dat in dit geval een jaarlijksche recognitie moet worden betaald. De Voorzitter wijst er nog op dat de Belemmeringenwet aan de P.U.E.M.uitdrukkelijk het recht geeft om - behoudens vergoeding der aangebrachte schade - doch overigens zonder betaling van eeni- gerlei recognitie, gebruik te maken van gronden voor het leggen van kabels enz. De heer Doorman zegt dat hij over deze zaak niet gesproken zou hebben indien een en ander was medegedeeld in het voorstel van B. en W. Het besluit wordt hierna zonder hoofdelijke ste._mming vast gesteld. 120.MONUMENTEN 1e afd.nr. 1420). Voorstel van B. en W. terzake behoud van den korenmolen "De Vlijt", in verband met aan het college gestelde vragen door het raadslid den heer W.H.C.Doorman. De door den heer Doorman gestelde vragen zijn door B. en W. beantwoord in hun schrijven dd. 13 Juni. j«l» nr. 1420. Aangezien de molen als een monument in de gemeente is te beschouwen, temeer daar de tweede molen "de Yfindhond" wegens afbraak tot het verle den behoort, zijn B. en W. met den heer Doorman van meening, dat het gerechtvaardigd is in de kosten van noodzakelijke herstelling begroot- op 3000,= eene bijdrage uit de gemeentekas te ver leenen van 1000,=. De overige kosten zullen naar de meening van B. en W.gevonden moeten worden uit particuliere bijdragen, subsi die s en eventueele giften van vereenigingen of andere instelling®!, een en ander nader te beoordeelen door een door B. en W. te be noemen commissie, waarin een lid van den Raad zitting zal nemen. B. en V/. verzoeken thans in beginsel te besluiten in de kosten van herstelling van den molen "de Vlijt" eene bijdrage te ver leenen groot 1000,=, en tot lid der commissie ter behartiging van het doel het behoud van den molen de Vlijt" te benoemen het raadslid W.H.C.Doorman» De heer Busch, die zegt dat de molen voor hem van weinig waar - de is, wil wel een klein bedrag voteeren, mits met den molenaar een overeenkomst gesloten wordt inzake een eeuwigdurend servituut Met den eigenaar van den molen is niet voldoende geconfereerd; die man garandeert dat de molen slechts 10 a 15 jaren kan blijven be staan, en daarvoor wenscht Spreker geen bedrag van 1000,= toe ve staan, daar de uitgaaf dan te hoog is. De heer Gasille zegt niet voor toekenning eener subsidie te zijn, aangezien die molen weinig waarde heeft voor het land schap. Bovendien heeft dezelfde eigenaar geen medewerking bij het behoud van den "Windhond" verleend. Spreker vindt het jammer, dat die molen verdween. Spreker zegt nogmaals tegen het voorstel te zijn, daar het behoud van den molen voor het landschap niet zoo groot

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1930 | | pagina 228