28 Juli 1930 119»
komt van de gemeentekas. Spreker meent dat men de voorstellen van
Burgemeester en Wethouders moet aanvaarden»
De heer Busch blijft var. oordeel dat de personeele belasting
niet juist is geregeld» Spreker vindt het jammer dat geen rekening
is gehouden met de mindere inkomens» Er zijn talrijke gezinnen met
een bruto-inkomen van f 25,- a f per week, die f 20,- a f 40,-
per jaar aan personeele belasting moeten betalen» Spreker, die
hoopt dat hiermede in de toekomst rekening zal worden gehouden, kan
zich overigens vereenigen met het principe van Burgemeester en Wet
houders om geen veranderingen aan te brengen»
De heer van Doorne zegt dat van de grootere inkomens in verhou
ding tot de kleinere inkomens meer personeele belasting moet worden
betaald
De heer Grootewal meent dat juist van de lagere inkomens in ver
houding tot de hoogere inkomens meer betaald moet worden. Men kan
over het algemeen aannemen dat 1/7 gedeelte van het inkomen aan huis
huur mag worden besteed, zoodat juist de menschen met lagere inkomens
de dupe zijn» Spreker heeft dan ook steeds voorgesteld de personee
le belasting lager te stellen» Spreker heeft zich tenslotte neerge
legd bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders, echter onder
voorbehoud dat hij het volgend jaar hierop terug zal komen»
De heer van Klooster, die er op wijst dat deze zaak door de Fi-
nancieele commissie en de Belastingcommissie is behandeld, zegt dat
men zich tenslotte zeer goed kon vereenigen met de nader door 3.en W.
gewijzigde voorstellen. Spreker is van oordeel, dat een en ander maar
eens voor een jaar moet worden aangezien, daar men niet in de toe
komst kan zien» Spreker meent dat men ian voor een volgend jaar be
ter een oordeel kan vellen of verlaging mogelijk is.
De heer Busoh zegt zich hiermede te kunnen vereenigen; alhoewel
hij het niet in alle opzichten met B.en W. eens is, feliciteert hij
het College met deze voordracht.
De voorstellen van Burgemeester en Wethouders worden hierna zon
der hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl de desbetreffende ver
ordeningen worden vastgesteld.
47.VEEORDENINGEH. le afd.nr. 1539).
Vaststelling eener afzonderlijke Verordening ter voorkoming van
brand, alsmede vaststelling van een v/ijzigingsverordening der Alge-
meene Politie-Verordening»
De Voorzitter zegt nog eene wijziging te moeten voorstellen in de
Algemeene Politie-Verordening. n.1. in het thans bestaande art.20,
letter b_ Spreker stelt voer hieraan toe te voegen de woorden "ter
beoordeeling van het college van Burgemeester en Wethouders", aange
zien anders nooit proces-verbaal met succes kan worden opgemaakt.
De constante jurisprudentie van den Hoogen Raad is, dat die woorden
geen verboden delegatie van macht inhouden»
De heer Gasille zegt dat zich in een andere gemeente eenzelfde
geval heeft voorgedaan. De Hooge Raad heeft toen in hoogste instan
tie vonnis gewezen»
De Voorzitter zegt naar aanleiding van een opmerking van den heer
Busch, dat het hier gaat om de verwijdering van een schutting aan
de Van V/eedestraat en een bord aan de Kerkstraat. De Ambtenaar van
bet Openbaar Ministerie wenscht geen strafvervolging in te stellen.
Om wat te bereiken, geeft Spreker in overweging de door hem voor
gestelde wijziging aan te nemen, daar hij liever den strijd wil
aanbinden met Ged. Staten dan met de Rechterlijke Lachïi.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de door den Voorzitter
voorgestelde wijziging aangenomen.
Hierna wordt aan de orde gesteld de afzonderlijke Verordening
tor voorkoming van brand.
De