8 December 193>0191» Commissie en het college van Burgemeester en Wethouders reeds 4 maanden geleden om onderzoek naar Soesterberg zijn gegaan. Spreker is ook van oordeel, dat aan Wijman moet worden verkocht. Nadat dc heer van Klooster er op heeft gewezen, dat Wij man, als oud-huurder meerdere rechten dan van Angercn heeft, geeft de Voorzitter als zijn oordeel te kennen, dat voor Wijman het terrein niet als bouwterrein van belang is, doch dat dit terrein enkel van belang is voor zijn zaak. In dit verband vestigt Spreker er de aandacht op, dat Wijman het bewuste ter rein voor geruimen tijd in huur kan verkrijgen. De heer Grootewal kan zich met het voorstel van Burge meester en Wethouders wel vereenigen, en zou het toejuichen, wanneer geen der partijen den grond zou verkrijgen. Spreker gelooft, dat Y/ijman heeft gedacht, dat een gedeelte van het terrein voor wegverbreeding of anderszins zou worden gebruikt, zoodat het hem mogelijk zou zijn, tegen geringen prijs het resteerende te koopen. Nu deze berekening dreigt te mislukken, is belanghebbende bevreesd geworden. Spreker die er de aandacht op vestigt, dat in de nabijheid van het Vliegkamp steeds allerlei mogelijkheden als het inrichten van een vlieghaven, in het oog moeten worden gehouden, acht het voor de gemeente van be lang het perceel te behouden. Y/ethouder Endendijk is het met den heer Grootewal eens. Spreker is van oordeel, dat de gemeente voldoende heeft gedaan, door bij de regeling van den afstand van het bouwwerk tot den weg er voor te waken, dat het uitzicht van uit het terras van den heer Y/ijman behouden blijft. De heer Gasille zal na het medegdeelde door den heer Groo tewal voor het voorstel stemmen. Spreker, is evenwel van oor deel, dat bedoelde mcdedeeling door den Voorzitter had moeten zijn verstrekt. De heer Busch bestrijdt den heer Grootewal .Spreker is van oordeel, dat men niet te angstvallig aan den eigendom moet vasthouden.Spreker informeert, of wellicht bij den ver koop aan Couturier is afgesproken, dat aan geen concurrenten grond aan de Batenburglaan zou worden verkocht en wijst er nogmaals op, dat aan Wijman een toezegging was gedaan. Wethouder Koenders merkt vervolgens op, dat van een toe zegging niet kan worden gesproken, terwijl wethouder Endendi jk ontkent, dat er met den heer Couturier een afspraak, als door .den heer Busch bedoeld, zou zijn gemaakt. Nadat de heer Doorman heeft opgemerkt, dat de commissie aan Wijman een toezegging had gedaan, stelt de heer Grootewal voor, in het huurbesluit een bepaling op te nemen, waarbij aan Y/ijman bij eventueelen verkoop na afloop der huur, een voor keursrecht tot koop wordt toegekend. Het aldus gewijzigde voorstel wordt met 11 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Busch en Doorman. Bij punt 2 spreekt de heer van den Breemer de wenschelijk- heid uit, om met de eigenaren van de perceelen gelegen naast het bewuste perceel een kleine ruiling aan te gaan en bedoeld gedeelte buiten den verkoop te houden. Bij deze ruiling zouden bedoelde eigenaren grond voor wegverbetering kunnen afstaan. De heer Hilhorst meent, dat iemand den bewusten grond in erfpacht heeft en wil bedoelden erfpachter de voorkeur geven. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten, met dien verstande

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1930 | | pagina 418