2C4
stexs is een kwestie /an ut óvoer~_ng De moening van het col
lege gaat niet zoozeer net naar een verpleegster die alle
scholen behartigt, doch het college wil b.v. vereenigingen,
die de scheolverpleging ter hand nemen, subsidiëeren. Een
schoolarts zou een uitgaaf eischen van 7500,= plus kosten
Voor het instrumentarium, welke kosten op minstens hetzelfde
bedrag worden geschat. De regeling der invoering van het in
stituut schooltandarts voor vier gemeenten gezamenlijk n=D de
Bilt, Zeist, Maartensdijk en Soest is vertraagd door het over
lijden van den wethouder Dr.v.Everdingen van de Bilt. Eer de
definitieve regeling geheel klaar zal zijn zal wel een jaar
Verloopen zijn» Ten aanzien van het instituut schoolarts is
nog geen samenwerking met andere gemeenten overwogen.Spreker
verwacht daarvan in de praktijk weineg heil, aangezien de
arts alleen de aanwijzingen geeft welke door een schoolver-
pltegster moeten worden opgevolgd.
De heer de Bruijn heeft over de duurte van het onderwijs
geklaagd, doch deze duurte is niet plaatselijk. Soest heeft
zalfs het voordeel dat bij veel bevolkingscentra de scholen
van alle richtingen toch overbevolkt zijn. De wet heeft gebie
dend het geven van onderwijs voorgeschreven en Spreker heeft
daaraan zoo loyaal mogelijk uitvoering gegeven. Soest is in
dit opzicht nog niet aan het eind der uitgaven, waarbij Spre
ker doelt op een in de vergadering van morgen te bespreken
belangrijke uitgaaf voor onderwijs.
De Voorzitter brengt hierna nog in het midden dat de heer
Doorman als resultaat van links heeft aangemerkt de kwestie
"Grondbedrijf" hetgeen volstrekt onjuist is. Integendeel is
deze kwestie uitgebroed op de secretarie in strijd met de mee
ning van den heer Doorman en de uitlegging van Spreker is ge
handhaafd door de Kroon en komt derhalve op de balans van
rechts. De kwestie Openbare Werken is in de financieele com-
mi ssie naar voren gekomen waarin vogels van diverse pluimage
zitten. Ook zonder hulp van links was deze zaak aangesneden.
De heer Doorman in tweede instantie sprekende meent allereerst
moeten rechtzetten dat zijn critiek op het beleid, waarover de
heeren Hilhorst en van Klooster gevallen zijn, onwelwillende
critiek zou zijn geweest. Beide wethouders hebben toch de
critiek welwillend genoemd. Wat de heeren de Bruijn en de
Burgemeester hebben opgemerkt over de samenstelling van het
rechtsche college is juist, wanneer het de 2e Kamer betreft,
doch in een gemeente is het niet billijk. Buiten de politiek
om kunnen rechts en links samenwerken. Doch waar nu de heer
de Bruijn zelf zegt dengene te zijn die op de wip zat^ kunnen
we dezen verantwoordelijk stellen. De heer de Bruijn zegt
deze verantwoordelijkheid te aanvaarden. Ter bestrijding van
Sprekers betoog heeft de heer Hilhorst op de verlaging van de
schoolgelden en de heer Busch op de tot standkoming van de
verbetering van do Koninginnelaan gewezen. Spreker merkt op
dat hij deze zaken zelf reeds naar voren heeft gebracht. De
Koninginnelaan behoort bij het wegenplan, dat Spreker met
name heeft genoemd. Ten opzichte van de bouwverordening heeft
de Wethouder gezegd dat het ontwerpen daarvan werk is van den
technischen dienst. In dit licht beschouwd lijkt het Spreker
vreemd dat Wethouder Koenders zelfstandig een bouwverordening
had