jlr. 1}. 30 December 19J0 223
N O T I B N
van het verhandelende in de openbare vergadering van den
Raad der gemeente Soest, op Dinsdag pO December 19J0, des
voormiddags 10 uur»
Voorzitter; Mr= G.Deketh, Burgemeester.
Secretaris; J»G*A.Bateriburg.
Tegenwoordig de leden; In van den Breemer, D.A»de Bruijn,
W.B.H.Busch, W»H«C«Doorma^ A-Endendijk, H*-J° GasilleG»Hii-
horst, H» van KloosterJ® C* Koenders, Mevm S-G..landvjeer
de Visser, en G.Pronk»
Afwezig de leden- Mr - J»H» van Doorne en G» J.Grootewa-
De Voorzitter opent de vergadering en geeft gelegenheid
tot het doen van een gebed, waarna wordt overgegaan tot behan
deling der agenda*
244»Vaststelling van de notulen der vergadering ld» 2b November
1930.
De Voorzitter deelt mede, dat van den heer Gasille een
verzoek is ingekomen om de notulen aan te vullen als volgt:
blz, 169 regel 24 van boven, achter "te oefenen" te laten volgen:
"Wie achterlijk wil blijven bij alle huorschende pacdagogischo
meeningen, moet dat dan maar zelf weten"»
blz. 169 regel J1 van boven, achter "worden genoemd" in te voe
gen; "en tegen beter weten in, den vrijen Zaterdag behouden,
zouden ze dat werkelijk doen?"
Y/ethouder Endendijk, die ernstig bezwaar heeft tegen de door
den heer Gasille voorgestelde wijzigingen, spreekt als volgt;
"In dit verband zijn deze woorden door den heer Gasille niet ge
zegd. Het is zeer goed mogelijk, dat de heer Gasille als feit
heeft willen constateerendat de besturen der Bijzondere Scho
len tegen beter weten in handelen, maar zijn pertinente vraag
gold of door mij gegcht werd of die besturen daarin achterlijk
zijn; zelfs werd die vraag herhaald, toen door mij niet direct
werd geantwoord. Trouwens ieder, bij wien ik een onderzoek in
stelde, beweert hetzelfde» Ook de notulen geven die lezing,ter
wijl geen enkel blad het heeft opgenomen dan alleen "de Sooster".
De bewering van dat blad alsof geen twijfel mogelijk is als het
iets beweert, is toch zeker wel aanvechtbaar. Ter illustratie
daarvan wijs ik op het verslag over dit punt» Ten eerste beweer
ik dat deze kwestie niet juist is weergegeven, en ten tweede,als
door mij gezegd wordt dat wij geen officieelen dwang kunnen uit
oefenen, en ik daarna met nadruk spreek van allee~n maar "moreelen
drang" (dus geheel iets anders) schrijft de Soester heel gewoon
"moreelen dw_ang"Maar veel grooter fout maakt zij nog als door
haar de motie van den heer Basch geheel op den kop gezet wordt,-
juist andersom als door hem voorgesteld® U ziet zóó betrouwbaar
als de Soester voor zichzelf zegt, is zij toch niet. Ik maak dan
ook wel degelijk bezwaar tegen de wijziging als door den heer
Gasille voorgesteld."
De heer Gasille merkt den heer Endendijk op, dat het hier
niet gaat om wat "de Soester" zegt, doch dat het hier gaat om
hetgeen Spreker gezegd heeft. En dan weet Spreker zeker dat hij
duidelijk gevraagd heeft of Y/ethouder Endendijk van oordeel is
dat de Schoolbesturen tegen beter weten in den vrijen Zaterdag
behouden. Op deze vraag zei de Y/ethouder "ja".
Y/ethouder Endendijk wil niet beweren dat de door den heer
Gasille bedoelde woorden niet zijn gesproken, doch dan zijn ze
in