J>0 December 1950 228.
De heer Gasille merkt op dat bij volgnummer 267A voorge
steld wordt een bedrag, groot 50,= te verleenen aan den
conciërge voor een te bouwen schuur bij een door dezen gehuurd
huis. Spreker, die zulks een eigenaardig iets vindt, wijst er
op dat men het geld als 't ware aan een particulier geeft,n.1.
aan den eigenaar van den grond.
De Voorzitter "licht toe dat een uitneembare houten schuur
gebouwd zal worden* De kosten dezer schuur worden betaald door
den bode, en het is de bedoeling om hem een bijdrage van 50,=
in de kosten te verstrekken In de toelichting op de begrco-
tingswijziging staat ook duidelijk aangegeven dat een bijdrage
in de kosten van het bouwen van een schuur bij het door hem ge
huurde huis zal worden verleend.
De heer Gasille is van oordeel dat de omschrijving niet
juist is weergegeven in de toelichting bij den desbetreffenden
post
De heer Busch vraagt zich eveneens af waarom een en ander
toch niet duidelijker omschreven is.
De heer Doorman zegt nog dat het een groot verschil uit
maakt of een bijdrage wordt gegeven voor een schuur, staande
op grond van den eigenaar, of voor een verplaatsbare schuur,
welke eigendom blijft van den bode.
De Voorzitter zegt toe dat de redactie in de toelichting
zal worden gewijzigd naar aanleiding van de gehouden besprekin
gen, waarna het besluit zonder hoofdelijke stemming wordt
vastgesteld.
248COMPTABILITEIT(4e afd.nr.247).
Vaststelling van de vergoeding voor het genot van ambts
woningen voor'195*1»
Voorgesteld wordt den aftrek voor het genot van de volgen
de ambtswoningen voor het jaar 19J1 vast te stellen als volgt:
perceel Birkstraat 7 op 254,= per jaar.
VerlSchoolweg 1a 208,
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het besluit vastgesteld.
249.PERSONEEL - COMPTABILITEIT, (ie afd.nr.889).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toekenning
eener gratificatie aan C.Uytendaal, in verband met de door hem
ten behoeve van het brandwezen bewezen diensten.
Vöorgesteld wordt aan üytendaal bij het beëindigen Van zij
werkzaamheden een gratificatie in eens van 500,= te verleenen
en hem, ingaande 1951? een jaarlijks te verleenen gratificatie
van 150,= toe te kennen. B. en W. verzoeken daartoe voor het
jaar 19^1 wel te willen besluiten.
De heer Busch wijst er op dat de vorige maal gevraagd is
hoe men er toe kwam om üytendaal een gratificatie van 500,=
te verleenen, waarop toen door den Secretaris is medegedeeld
dat zulks voorgesteld werd omdat üytendaal aan den Pensioen
raad moet terugbetalen het door hem over 6 jaren onrechtmatig
genoten pensioen. Spreker leest nu in het voorstel van B. en 1.
dd. 5 December j.1. dat zonder meer voorgesteld wordt een gra
tificatie te verleenen van 500,= Spreker, die zegt dat hier
geen open kaart gespeeld wordt, vraagt of üytendaal ook dit
jaar nog de belooning van 500,= heeft genoten voor de door
hem ten behoeve van het brandwezen bewezen diensten.
De