IC Je'orjari 193C 1-2.
De heer Busch betoogt dat de Belasting-commissie het noodzake-
liik vindt dat het Wegenfonds en de Straatbelasting worden herzien,
-n«. Straatbelasting treft iedereen, terwijl reeds vele inwoners
-aren P-eleden stortingen in liet Wegenfonds hebben gedaan en nog
a ppfls°wachten op wegaanleg. Eerst na 5 jaren wordt eenigc rente
uitgekeerd van de gestorte "bedragen. Wat het "bezwaar van den oor-
zitter "betreft inzake heffing eener Baatbelasting, wil Spreker op
merken dat voor de onbebouwde pereeele'h een zeker percentage wordt
p-eheven, welk percentage voor de bebouwde perceelen hooger gesteld
worden. Spreker, die het niet in den haak vindt dat vele per
ceelen langen tijd aan onverharde wegen liggen, wenscht een radi
cale oplossing, n„l, afschaffing van het Wegenfonds en daarvoor
in de plaats een Baatbelasting, De Straatbelasting moet herzien
worden; een gedeelte daarvan kan bij de Inkomstenbelasting onder-
gebracht worden. Spreker schrijft de niet-uit voering van de voor
stellen der Belasting-commissie toe aan de omstandigheid dat de
zaak vastzit op de Bouwverordening, Spreker handhaaft zijn voor
stel tot afschaffing van het Wegenfonds en herziening der Straat-
belasting
De Voorzitter herhaalt nog eens het gewenscht te vinden dat hij
eerst een onderhoud heeft met Prof.Molster, zoodat dan binnenkort
een beslissing kan worden genomen. De zaak kan dan bovendien eerst
nog eens in de Belasting-commissie worden besproken. Spreker,die
het onverantwoordelijk vindt om het Wegenfonds nu zoo maar eens op
te heffen, stelt voor aan de adresseerende ^eraeniging te berichten
dat binnenkort een eindbeslissing omtrent deze aangelegenheid zal
worden genomen.
De heer Groote?;al wenscht een principieele uitspraak omtrent de
opheffing van het Wegenfonds, terwijl dan naar een andere belas
ting moet worden omgezien met billijker grondslagen.
De Voorzitter merkt op dat toch eerst de financieele gevolgen
overwogen moeten worden, In een volgende vergadering kunnen de
noodige bescheiden ter behandeling voorgelegd worden.
De heer Busch wenscht de beslissing omtrent het al of niet op
heffen van het Wegenfonds niet afhankelijk te stellen van het ad
vies van Prof .Molster.
De heer Gasille merkt op dat hij ook de financieele gevolgen
niet kan overzien. Spreker kan derhalve geen stem uitbrengen,,
De h'er van Klooster stelt voor aan het antwoord aan de Vereeni-
ging "Soesterbergs Bloei" toe te voegen dat de aanhangige zaak
vóór Mei a.s» ter tafel van den Raad zal komen,
Deheer Doorman zegt van oordeel te z;ijn dat het moeilijk is
deze zaak afzonderlijk te behandelen, zelfs vóór Mei a.s, In de
thans bestaande regeling zitten fouten, doch men dient die te be
zien bij de herziening van de overige belastingen. Spreker wil dus
geen toezegging doen dat de zaak voor Mei a.s, ter tafel zal ko
men. Spreker geeft mitsdien in overweging de adresseerende Ver-
eeniging be berichten dat de kwestie Wegenfonds bekeken zal worden
"tegelijk met de noodgedwongen herziening van het plaatselijk be
lastingstelsel als gevolg van do nieuwe Wet op de Pinancieele Ver
houding tusschen xiijk en Gemeenten.
De heer Grootewal, die het hiermede wel eens is, wijst er
evenwel op dat reeds jaren geleden beloften zijn gedaan.
De Voorzitter zegt dat de consequenties eener opheffing niet
te overzien zijn, temeer war alle belastingen bezien moeten wor
den.
De heer Busch stelt voor in principe tot opheffing te beslui
pen, en deze zaak nader te bekijken bij de herziening der belastin
gen. Voorts zegt Spreker in dit verband, dat de Bouwverordening in
het moeras zit, tengevolge waamn de voorstellen tot opheffing
en het Wegenfonds niet te-r ta£&l_ gebracht werden...-
Wet-