25 Maart 1951 57. eenigingen. De heer Doorman vraagt bij art.2, 2e lid, welke ongeval len en rampen hier worden bedoeld, waarop de Voorzitter ant woordt dat hieronder b.v. zouden vallen spoorwegongelukken, overstroomingen enz. Vervolgens stelt de heer Doorman nog voor aan art.1 sub 5e toe te voegen de woorden met dien verstande, dat deze ook door den dienst Openbare Werken mogen worden gebruikt'i De Voorzitter zegt dat deze toevoeging overbodig is,daar de brandkranen steeds door dien dienst kunnen worden gebruikt. De heer Hilhorst vraagt bij art. 11 of hier rekening ge houden is met ongevallen en rampen, als bedoeld in art.2, waarop do Voorzitter antwoordt dat deze daaronder begrepen zijn. De overeenkomsten worden hierna zonder hoofdelijke stem ming vastgesteld, evenals de nieuwe Instructie voor den Brand- raad. De Voorzitter dankt vervolgons de betrokken Commissie voor de vele werkzaamheden, welke zij heeft verricht met be trekking tot het onderzoek naar de brandweeraangelegenheden en de voorbereiding van de thans aangenomen voorstellen inzake re organisatie der brandweer. 56.BRANDWEER (ie Afd. nr. 1195). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hun College machtiging te verleenen tot het aangaan van overeenkomsten met de gemeenten Amersfoort, Baarn, de Bilt, Zeist, Bunschoten en Leusden omtrent hulpverleening bij brand. De Voorzitter merkt op, det twee soorten van overeenkom sten moeten worden aangegaan, n.1. wedekeerigheidsovereenkomsten met Amersfoort, Baarn en de Bilt en eenzijdige hulpverleenings- overeenkomsten met de gemeenten Zeist, Bunschoten en leusden. Mevrouw Landweer - de Visser vraagt waarom in de overeen komst met de Sectie- Brandweer te Utrecht 2ijn komen te ver vallen de twee door B. en f. genoemde voorwaarden. In het voor stel van B. en W. wordt hieromtrent niets gezegd, terwijl nie mand der leden Spreekster hierover heeft kunnen inlichten. De Voorzitter antwoordt dat deze voorwaarden, welke voor de gemeenten bezwarend waren, door de gemeente Utrecht zijn teruggenomen. Volgens deze voorwaarden moest door Soest voor de richtige betaling dor eventueel door de Utrechtsche Brand weer te maken onkosten een waarborgsom gestort worden van 600,terwijl voorts bij hulpverleening door Utrecht aan Soest het bevel op het terrein van den brand zou berusten bij den Commandant der Brandweer uit Utrecht. Het is dus voor Soest van belang, dat deze voorwaarden zijn geschrapt. De voorstellen van B. en W. worden hierna zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 57.VERKIEZINGEN.(2e afd. nr-540). Benoeming van leden der stembureaux ter voorziening in ontstane vacatures. Burgemeester en Wethouders stellen voor de volgende be noemingen te doen: DISTRICT I: vacature J.J.A.de Koning als lid de heer A.0.Dammers. DISTRICT II .-vacature Mevr. Droste en L.den Bliek: als leden de hoeren E.J.ten Raa en A.D.van Krieken. DISTRICT

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 150