29 April 19J1 83.
kingen overbodig geweest zijn.
De heer Gasille laat zulks niet zeggen. Hij moet tegen
deze woorden van den Voorzitter protesteoren.
De heer Grootewal vraagt het woord.
De Voorzitter zegt dat hij het woord niet meer geeft.
Spreker wenscht het voorstel van den heer Busch, ondersteund
door den heer Grootewal, in stemming te brengen-
De heer Grootewal zegt dat hij het voorstel niet onder
steunt
De Voorzitter zegt tegen den heer Grootewal dat hij het
wel ondersteund heeft. Spreker verzoekt den heer Grootewal
zijn mond te houden.
De heer Grootewal geeft nogmaals te kennen, dat hij het
niet ondersteund heeft.
De Voorzitter brengt hierna het voorstel van den heer
Busch in stemming. Het wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen.
Vóór stemden de heeren van DoorneDoorman, Gasille en Busch,
terwijl de heer Grootewal zich van stemming onthield.
De heer Grootewal verzoekt aanteekening dat hij het voor
stel van den heer Busch niet ondersteund heeft.
Hierna wordt het voorstel van B. en W. in stemming ge
bracht. Dit wordt aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen
stemden de heeren Doorman, Gasille en Busch, terwijl de heeren
Grootewal en van Doorne zich van stemming onthielden.
De heer Busch verzoekt aanteekening, dat hij tegen heeft
gestemd onder protest, daar geen gelegenheid gegeven wordt om
zich behoorlijk van de zaken op de hoogte te stellen.
76.ONDERWIJS.(1e Afd.nr1931
Behandeling van het verzoek van P.Stuurman om hem wegens
benoeming elders eervol ontslag te verleenen als onderwijzer
aan de O.L.School aan de Beetzlaan.
B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag eervol te
verleenen met ingang van den datum door hun college nader te
bepalen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen.
Hierna wordt de vergadering voor enkele oogenblikken ge
schorst
?7"SUBSIDIES. (4e afd.nr.1943)
Na heropening der vergadering brengt de Voorzitter in be
handeling, als zijnde een spoedeischende zaak, het adres van
het Bestuur van de Onderlinge Soester Veeverzekering, houdende
verzoek om een zoodanige gift uit de gemeentekas te mogen ont
vangen dat deze verzekering in d;and kan blijven. Spreker, die
dit adres in zijn geheel voorleest, zegt dat het college van
B. en W. van meening is, dat het instandhouden van de Verzeke
ring in de eerste plaats een belang van de aangesloten vee
houders mag worden geacht. Daarnaast is er toch ook een alge
meen gemeentebelang bij betrokken, ter bevordering waarvan de
gemeente wel een financieel offer mag brengen. Indien de instel
ling geen buitengewone middelen ter bescnikking worden gesteld,
zal zij geen schadeuitkeeringen meer kunnen doen, tengevolge
waarvan haar redenvan bestaan ophoudt, zoodat likwidatie on
vermijdelijk zal zijn. Dit laatste zal voor de aangesloten klei
ne veehouders noodlottig kunnen zijn, aangezien zij ingeval van
schade door verlies van vee niet in het bezit van de uitkeering
worden gesteld om hun veestapel weder op zoodanig peil te
rengen als noodig is om hun bedrijf rendeerend te doen zijn.
Evenals