20 Mei 1931 107.
alle betrokkenen kon worden gegarandeerd dat niet geplakt en
geschilderd zou worden langs en op straten. V/as er inderdaad
sprake van dat iedere partij of groep zich verbond om niet te
plakken of te schilderen, dan zou Spreker dus voor het voor
stel zijn, doch waar men die zekerheid niet heeft, kon hij
niet met de plaatsing dier borden accoord gaan. Ook de poging
van den Voorzitter heeft don geen doel, terwijl de voorgestel
de uitgaaf in dat geval ook niet te tolereeren is. Als men
de pertinente zekerheid had dat niet geplakt zou worden,dan
zou Spreker met het denkbeeld van den Voorzitter meegaan, doch
de S.D.A.P. heeft gezegd geen afstand te zullen doen van het
schilderen op straten. Hoe mooi het voorstel van den Voorzitter
ook moge zijn, Spreker zal er echter tegen zijn, daar geen
overeenstemming is bereikt.
De Voorzitter zegt dat omtrent het plakken wel overeen
stemming is verkregen. Omtrent het schilderen is de slotsom
der bespreking geweest, dat één persoon geen waarborg kon geven
dat de straten niet beschilderd zouden worden.
De heer Busch wil den Voorzitter even opmerken, dat geen
overeenstemming is verkregen, daar de gedane toezeggingen al
leen golden voor het geval alle betrokkenen zich hadden ver
bonden. De S.D.A.P. heeft geen toezegging gedaan, zoodat er
dus geen overeenstemming is.
De heer Grootewal merkt op dat de Voorzitter zelf ook heeft
verkondigd dat bedoelde reclame van weinig waarde is.Spreker
gelooft dat de kiesvereenigingen wel op een andere wijze recla
me zullen maken. Waar dus geen waarborg gegeven is, dat niet
geplakt en geschilderd zal worden, geeft Spreker in overweging
geen crediet voor het gevraagde doel beschikbaar te stellen.
De Voorzitter zegt, dat, wat het plakken betreft,wel
overeenstemming is verkregen, doch niet wat het besmeuren der
straten betreft.
De heer Doorman meent geen waarde aan de voorgestelde
borden te kunnen hechten. Naar Sprekers oordeel hebben 7 bil
jetten naast elkaar van de verschillende lijsten geen propa
gandistische waarde.
Wethouder Endendijk merkt op dat dus wel overeenstemming
is bereikt aangaande het plakken. Spreker meent nog dat de
borden evenveel of evenweinig waarde hebben als een afzonder
lijke reclameSpreker gelooft dat de propaganda door andere
middelen wel te bemken is.
Het voorstel om een crediet van 240,toe te staan voor
het vervaardigen en plaatsen van borden voor propaganda bij de
verkiezingen wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met
6 tegen 2 stemmen. Voor het voorstel stemden de heeren Enden4
dijk en Koenders.
96.WEGEN.(1e afd.nos.550 en 1135).
De Voorzitter deelt naar aanleiding van een desbetreffend
voorstel van den heer de Bruijn mede, dat in de pauze gebleken
is, dat alle partijen bevredigd zullen zijn wanneer vanaf den
Koudhoornweg voorbij het perceel van den heer Van de Kuilen
ter linkerzijde een rijwielpad wordt gemaakt langs het huis
van den heer Gaarlandt in aansluiting aan het bestaande pad.
Spreker wil deze zaak terugnemen, teneinde de voorgestelde op
lossing onder oogen te kunnen zien.
De heer Busch wenscht een beslissing, zoodat B. en W.
deze zaak kunnen afdoen. Naar Sprekers oordeel zullen de
heeren Gaarlandt en Van der Wende wel hunne medewerking willen
verleenen