24 Juni 7931 125.
heeft aan B.en W. mede te deelen dat eene beplanting van ge
meentewege zou worden verstrekt. Y/aar B. en W. hieromtrent niets
bekend is, is de betrokken persoon buiten zijn boekje gegaan,
en deze dient het bedrag, voortvloeiende uit de gedane beloften
aan belanghebbenden zelf te betalen.
Y/ethouder Koenders zegt dat de onderhandelingen gevoerd
zijn door den heer van Vliet.
De heer Grootewal wil het hieruit voortvloeiende bedrag
ad 177,30 laten betalen door den heer van Vliet.
De heer Gasille vindt het onbegrijpelijk, dat zooveel geld
noodig is voor het aanbrengen van een tuinbeplanting, waarbij da
nog geen arbeidsloon is gerekend. Er is zelfs een post bij van
81,= voor het inrichten van één tuin. Spreker, die er op wijst
dat de betrokken ambtenaar eerst overleg had moeten plegen,kan
zich best het voorstel van den heer Grootewal begrijpen.Spre
ker begrijpt voorts niet, dat de betrokken eigenaren een derge
lijke tuinbeplanting geaccepteerd hebben.
Wethouder Endendijk meent dat indertijd wel degelijk over
tuinaanleg gesproken is. Spreker wijst er voorts nog op,dat de
wegverbreeding ter plaatse een gemeentebelang is.
De heer Grootewal vraagt of den Wethouder van Openbare
Werken ook iets bekend is omtrent deze aangelegenheid. Uit het
voorstel van B. en W, blijkt toch immers dat B. en W.niets be
kend was omtrent het beding der grondeigenaren om van gemeente
wege een nieuwe beplanting te doen aanbrengen.Wanneer toch wer
kelijk de voorwaarden bij B. en W. bekend waren, dan zouden
deze voorwaarden toch immers, als zijnde een onderdeel van den
grondafstand, vastgelegd zijn.
Mevrouw Landweer - de Visser meent te weten, dat destijds
bij den afstand van grond aan de Koninginnelaan, alleen ver
goed is het arbeidsloon, noodig voor de verandering van tuinen,
en dat dus geen beplanting verstrekt is. Spreekster vraagt waar
om dan nu een andere regeling is getroffen.
Wethouder Koenders zegt dat bij den grondafstand aan de
Koninginnelaan ook wel eenige beplanting verstrekt ie, wanneer
zulks noodig was. Over 't algemeen kwam daar weinig beplanting
voor, terwijl het aan de Spoorstraat 3 grootere perceelen be
treft, waarin meerdere beplanting werd aangebracht.
De heer Busch merkt op dat hier al dan niet onderhande
lingen zijn gevoerd. Zijn deze gevoerd, en heeft de heer van
Vliet daarvan geen mededeeling gedaan, dan is hij ook verant
woordelijk voor zijn daden. Spreker vestigt er nog de aandacht
op, dat het hier alleen om een bedrag gaat voortvloeiende uit
den aankoop van planten en boomen, zoodat nog niet eens de ar-
beidsloonen gerekend zijn.
De Voorzitter zegt dat indertijd in het rapport van den Di
recteur van openbare werken geen melding is gemaakt van de be-
jpla'htiftg» zoodat een voorwaarde daaromtrent in het Raadsbesluit
ontbreekt. Vandaar wordt thans een afzonderlijk crediet aange
vraagd.
De heer Grootewal wil de kosten verhalen op dengene, die
hier eigenmachtig is opgetreden.
Mevrouw Landweer-de Visser vraagt of indertijd gezegd is
dat de tuinen in orde gebracht zouden worden met een nieuwe
beplanting.
Wethouder Endendijk zegt dat de besprekingen, zooals steeds
gebruikelijk is, mondeling zijn gevoerd. Aan den Directeur werd
steeds eenige vrijheid gegeven met betrekking tot de onderhande
lingen inzake grondafstand.
De heer ,van Doorne