24 Juni 1931 127.
De heer van den Breemer meent dat de gemeente blij moest
zijn dat ze den grond heeft.
De Voorzitter wijst er vervolgens op dat er thans twee
voorstellen zijn?n.l„een voorstel van den heer van Klooster
om een nader onderzoek in te stellen, en een voorstel van den
heer Grootewal om het bedrag ad 177,30 te verhalen op den
heer van Vliet
De heer van Klooster vindt het hier geen verschrikkelijk
feit. Bij afstand van grootere stukken groqjd kan de verplaat
sing van de verplanting wel eens tegenvallen, zoodat nieuwe
beplanting moet worden aangebracht. Spreker vestigt er in dit
verband nog de aandacht op, dat bij afstand van grond van zijn
tuin voor verbreeding van den Rijksweg ook zeer zeker verschil
lende coniferen niet meer verplant kunnen worden en door andere
boomen vervangen moeten worden. Spreker vindt een nader onder
zoek wel wenschelijk,
De Voorzitter vindt zulks onnoodig. Het betreft hier een
voorwaarde bij den grondafstand, welke verzuimd is op te nemen.
De hee:r Grootewal zegt nog eens van oordeel te -zijn,dat,
waar bij B. en W. geen voorstellen ingekomen zijn, hier sprake
is van een eigenmachtig optreden van den heer van Vliet.
De heer van Klooster meent, dat als men zoo zou handelen
"te Hilversum met den Directeur van Openbare Werken, het er
treurig uit zou zien.
De heer Busch constateert dat het een groote bende is.
Het voorstel van den heer Grootewal om het bedrag ad.
177,30 te verhalen op den heer van Vliet wordt hierna in
stemming gebracht en verworpen met 7 tegen 5 stemmen.Vbor
het voorstel steraden de heeren Busch, van Doorne, Grootewal,
Doorman en Gasille.
De heer Grootewal merkt op dat de heer van Vliet dus nu
weer gerehabiliteerd is.
De heer de Bruijn zegt dat hij toch reeds was gerehabili
teerd door zijne benoeming bij de P.U.E.M.
De heer Gasille zegt dat hij nog op het gezegde van den
heer de Bruijn zal terugkomen.
Als gevolg van de gehouden stemming wordt het voorstel
van B„ en W„ zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
12.COMPTABILITEIT - WEGEN (4e afd. nr.21/101).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking
van het bij Raadsbesluit van 8 December 1930 verleende crediet
voor wegenbeplanting ad 1031,=.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 2 Juni
1931, 4e afd.no. 2l/l01 bieden B. en W. een ontwerp-besluit
als hierboven bedoeld aan.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen en het
aangeboden ontwerp-besluit vastgesteld.
13.COMPTABILITEIT- BELASTINGEN. 4e afd.nr.1821).on_
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot\invorderbaar
verklaring van belastingen ten laste van het dienstjaar 1930.
Volgens het aangeboden besluit wordt voorgesteld de op
den overgelegden gewaarmerkten staat voorkomende posten tot
een totaal bedrag van 333,33 oninbaar te verklaren ten laste
van het Dienstjaar 1930.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen en het
aangeboden ontwerp-besluit vastgesteld.
114. COMPTABILITEIT