29 Juni 1931 152.
mogelijk onderverdeeld zullen worden.
De heer de Bruijn is van oordeel, dat de overschrijding
der posten het gevolg is van een onjuiste administratie. Als
een post dreigt overschreden te worden, moet aanvulling van
crediet gevraagd worden.
De heer Grootewal verzoekt B. en W. gy voor te waken dat
een opeenhooping van begrootingswijziging niet meer plaats
heeft
Wethouder Endendijk licht ook nog nader toe, dat de boe
king omtrent de emballagekost en geschiedt overeenkomstig de
door den Verificateur in 1929 gegeven voorschriften. Deze
heeft een model gegeven, waaruit blijkt hoe alles geboekt moet
worden. De emballagekosten mogen niet gebracht worden op de
goederen. Spreker licht toe, dat anders de installateurs bena
deeld worden. Spreker wil voorts nog even opmerken dat hoe
hooger deze post is, hoe hooger de inkomsten zijn.
De heer Grootewal is van meening dat men den Verificateur
tot andere gedachten moet brengen. De meergenoemde kosten be-
hooren te drukken op den inkoopsprijs, om den verkoopsprijs te
kunnen vaststellen. Spreker wil dan ook den Verificateur in
overweging geven wijziging te brengen in de door hegnvoorge-
stelde boeking. Spreker brengt voorts nog een woora hulde aan
den heer Kerkhoff voor zijne administratie. Bij het door de
Einancieele Commissie ingestelde onderzoek is gebleken, dat
deze ambtenaar zijn zaken goed voor elkaar heeft.
De heer van Klooster constateert dat nu alle mogelijke
maatregelen worden genomen om overschrijding van begrootings-
posten te voorkomen. Spreker gelooft dat dezelfde fouten zich
wel weer eens zullen voordoen, daar niet alles na te gaan is.
Wanneer B. en W. zich met alles op de hoogte willen stellen, is
er zeer zeker een afzonderlijk persoon noodig, die de noodige
onderzoekingen doet.
De heer Grootewal zegt dat alles zooveel mogelijk in een
goede lijn gebracht moet worden.
De Voorzitter doet hierna de toezegging, dat in den ver
volge, wanneer overschrijding van begrootingsposten dreigt,
het noodige crediet tijdig zal worden aangevraagd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het desbetref
fend besluit tot wijziging der begrooting vastgesteld.
De Voorzitter leest hierna de volgende motie voor:
"De Raad keurt de begrootingswijzigingen goed, hoewel
uit de besprekingen gebleken is, dat door den voormaligen
Directeur van Openbare Werken verschillende werkzaamheden
zijn uitgevoerd, waaraan financiëele consequenties zijn
verbonden geweest, zonder dat het dagelijksch Bestuur der
gemeente daarmede bekend was, zoodat de Raad eenparig ver
klaart dat zijn ontslag in het belang der gemeente is ge
geven"
Spreker zegt dat deze motie beschouwd moet worden als
een verklaring, behoorende bij de vastgestelde begrootingswij-
zigingen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
deze motie aangenomen.
136.RONDVRAAG.
De heer Grootewal vraagt hoe het mogelijk is, dat een door
de gemeente in erfpacht uitgegeven gedeelte grond door en voor
rekening der gemeente is omheind. Spreker licht nader toe, dat
door hem bedoeld wordt een gedeelte grond, hetwelk aan den
heer