29 Juni 1931 153.
heer Scheffer te Soesterberg in erfpacht is uitgegeven.
De Voorzitter zegt een onderzoek toe.
De heer Grootewal zegt voorts dat volgens het wegen-
plan ook verschillende wegen te Soesterberg voor verbetering
in aanmerking zouden komen. Naar Spreker echter medegedeeld
is, zouden op het wegenplan voor 1931 de wegen voor Soester
berg geschrapt zijn. Spreker kan daarmede niet instemmen en
wijst er op, dat de wegbedekking van de van Maarenstraat
dringend voorziening eischt. Ook de hoek bij den Verlengde
Postweg is onbegaanbaar. Spreker verzoekt dringend bij de
samenstelling van het wegenplan voor 1931 rekening te houden
met den slechten toestand van den weg.
De Voorzitter zegt dat met de opmerking van den heer
Grootewal rekening zal worden gehouden.
De heer Doorman merkt op, dat een gedeelte van de Spoor
straat nabij de Ghr. U.L.O. school nog niet is verbreed. Een
grondeigenaar, wonende naast die school, wilde wel grond voor
die verbreeding afstaan onder voorwaarde, dat het gymnastiek
lokaal der Chr.U.L.O. school gedurende de avonduren niet wordt
gebruikt voor hinderlijke zangrepetities. Spreker vindt het
zeer jammer, dat een verbreeding ter plaatse niet tot staha
kan komen, en vraagt of het niet mogelijk is bedoelde zang
uitvoeringen in een ander lokaal te geven, daar de belangen
der gemeente daarmede thans niet worden gediend.
Wethouder Endendijk antwoordt, dat de gemeente hieraan
weinig kan doen. Spreker zegt dat hij deze zaak reeds bij het
Bestuur der Schoolvereeniging aanhangig had gemaakt, omdat
hier ook de belangen der gemeente op het spel staan. Spreker
vindt den eisch van bedoelden grondeigenaar wel wat zwaa.
De heer Doorman meent dat de gemeente toch wel iets aan
deze zaak kan doen. Het lokaal, dat met gelden der gemeente
is gebouwd, wordt weinig door de school gebruikt; hoogstens
wordt er gebruik van gemaakt door de School van den heer van
der Flier. Spreker betreurt het dat, nu het lokaal er staat,
de gewenschte uitbreiding aan de Spoorstraat niet verkregen
kan worden.
Wethouder Endendijk zegt toe nog eens pogingen te zullen
aanwenden om in deze wat gedaan te krijgen van het School
bestuur, alhoewel het niet tot medewerking verplicht is.
De heer Doorman zegt vervolgens dat hij drie zittingen
geleden benoemd is tot lid der salariscommissie. Spreker ont
ving eenigen tijd geleden enkele stukken voor die commissie,
welke stukken door Spreker doorgegeven werden aan den heer
Gasille. Aangezien de heer Gasille geen Voorzitter der Com
missie was, werden de stukken weer door Spreker teruggegeven
aan den Burgemeester. Spreker, die van meening is dat het werk
der Commissie eerst door den volgenden Raad behandeld kan
worden, zegt dat het eigenlijk weinig zin heeft dat hij lid
dier commissie is. Spreker verzoekt daarom in zijne plaats
een ander lid te benoemen, die in den volgenden Raad zitting
zal hebben.
De Voorzitter zegt dat wellicht de vroegere leden der
Commissie, de heeren de Bruijn en Busch, weer zitting zullen
willen nemen.
De heer Busch zegt dat hij daar niet veel idee in heeft.
De Commissie heeft destijds veel werk verricht, en hare voor
stellen werden door den Raad minder hartelijk ontvangen. De
Commissie heeft vele avonden vergaderd met het gevolg, dat een
goed