29 Juni 1931 154.
goed ontwerp-ambtenarenreglement kon worden aangeboden. Dit
ontwerp is maar steeds blijven liggen, totdat nader bekend
werd dat veranderingen moeöten worden aangebracht tengevolge
van de invoering der Ziektewet en der Ambtenarenwet. Het ont
werp der Commissie had echter veel eerder behandeld kunnen
worden. Op grond van d e omstandigheid dat de werkzaamheden
der Commissie niet werden gewaardeerd, hebben de heer de
Bruijn en Spreker als lid bedankt.
De Voorzitter deelt mede, dat volgens de Ambtenarenwet
elke gemeente een ambtenarenreglement moet vaststelleh vóór
1 September a.s. Spreker, die gelooft dat 1 September wel geen
fatale datum zal zijn, zegt dat van de 1100 gemeenten nog 900
gemeenten een reglement moeten vaststellen. Het nieuwe ont
werp ligt echter gereed, zoodat het, nadat overleg met de
bonden heeft plaats gehad3 spoedig in den Raad zal komen.
Spreker heeft zelfs nog hoop dat het door dezen Raad vastge
steld kan worden.
De heer Doorman merkt op dat de heer Busch wel eens be
zwaren maakt wanneer de Raad of B. en W. het niet met de com
missies eens zijn, doch de heer Busch heeft ook wel eens be
zwaren nadat de voorstellen in de Commissie geweest zijn.
De heer de Bruijn zet ook nog uiteen dat het ontwerp-
reglement der Commissie reeds lang kant en klaar was.
De Voorzitter zegt het zeer op p ijs te zullen stellen
indien de heeren de Bruijn en Busch weer zitting zouden willer
nemen als lid der commissie»
De heer de Bruijn zegt dat de heer Hilhorst, die benoemd
is tot lid, misschien liever lid wenscht te blijven, zoodat
het thans niet aangaat in zijn plaats een ander lid te be
noemen.
De Voorzitter, die van meening is dat de salarisherzie
ning toch wel niet meer door den tegenwoordigen Raad behandelt
zal worden, stelt voor het Ambtenarenreglement ook door de
Commissie te laten behandelen, bij welke behandeling dan te
genwoordig zullen zijn de heeren Busch en de Bruijn, die
vroeger hunne medewerking hebben verleend bij de samenstel
ling van het ontwerp-reglement
Aldus wordt besloten.
De heer Gasille brengt vervolgens in herinnering, dat
hij een opgave heeft gevraagd van de uitgestrektheid der ver
schillende grondcomplexen der gemeente, de boekwaarde en de
op de gronden rustende schulden. Spreker verzoekt in het be
zit tefmofeen worden gesteld van deze opgave, teneinde in de
vergaderingen der grondcommissie te kunnen oordeelen omtrent
het bepalen van grondprijzen, bijaldien aanvragen om koop
van grond binnenkomen.
De Voorzitter deelt mede, dat de betrokken ambtenaar
machtiging aan B. en W. gevraagd heeft om de door den heer
Gasille gevraagde gegevens te verstrekken. Zoomogelijk zal de
opgave verstrekt worden, doch Spreker zegt dat juiste gege
vens niet te verstrekken zijn. De rekening 1925 van het grond
bedrijf is pas opgemaakt, terwijl de rekeningen van latere
jaren nog niet opgemaakt zijn, als gevolg van de bekende
grondbedrijfskwestie. Spreker zegt dat wel inzage gegeven kan
worden van de laatste taxatie-rapporten, doch men kan niet na
gaan welke uitgaven in den loop der jaren zijn gedaan, zoodat
geen betrouwbare gegevens te verstrekken zijn, ook niet ten
aanzien van een nauwkeurige grootte der onderscheidene com
plexen.
De heer Gasille