29 Juli 1931 160.
klopt dus niet, daar er meer gold over is.
De Voorzitter zegt dat hier een vergissing ontstaan zal
zijn.Spreker za er de betrokken afdeeling op wijzen.
De tesluiten worden hierna vastgesteld»
141.BADHUIS - COMPTABILITEIT (ie afd,nr»862 en 4e afd.nr.21/145)
Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake stich
ting Badhuis met crediet-aanvrage.
Kaar aanleiding van het medegedeelde in hun schrijven
dd. 21 Juli 1931, 1e afd»nr»862, stellen B, en W.onder
overlegging eener exploitatieraming van ontvangsten en uitga
ven van het op te richten badhuis, voor te besluiten:
in te trekken het Raadsbesluit dd» 30 September 1929,no.
862 tot stichting van een badhuis op het aan de gemeente
toebehoorende terrein, gelegen aan de Pieter de Hooghlaan,
kadastraal bekend in sectie H. no. 4812ged.
b. over te gaan tot destichting van een badhuis met woning
op het terrein, kadastraal bekend in sectie H.no.4812ged.
gelegen aan de Pieter de Hooghlaan, overeenkomstig het
overgelegde plan, en aan dit terrein, groot 1500 M2 een
waarde toe te kennen van 4500,=;
c aan Burgemeester en Wethouders voor het onder b omschre
ven doel een crediet te verleenen van 37058,BO;
d. tot vaststelling van het desbetreffend besluit tot wijzi-
fing der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1931
nr.21/145)
De Voorzitter deelt nog mede, dat in de exploitatie-ra
ming geen post is opgenomen voor kosten van waterverbruik.
B, en W. waren van oordeel, dat het badhuis valt onder de
inrichtingen, waarvoor aan de gemeente gratis water wordt ge
leverd, doch de Maatschappij is een andere meening toegedaan.
B. en W. zijn omtrent deze aangelegenheid nog in onderhandeling
met de Maatschappij, doch voor het gevel het water moet worden
betaald, zal de gemeente een uitgaaf moeten doen van 150,=
daar het verbruik op 1500 M3 wordt geschat. Dit bedrag kan
dan bestreden worden uit den post "onvoorzien".
Mevrouw Landweer-de Visser merkt op, dat zij bij de uit
gaven geen post heeft gezien voor aanschaffing van een ver-
bandkist in het badhuis. Spreekster acht het wel wenschelijk
dat een verbandkist in het gebouw aanwezig is.
De Voorzitter zegt dat hij deze zaak met E.H.B.0. zal
bespireken.
De heer de Bruijn vraagt of het niet mogelijk is, dat
dit badhuis gecombineerd wordt met een zweminrichting,temeer
waar men nu in de gemeente druk in de weer is met plannen
tot stichting eener zweminrichting.Wanneer men beide inrich
tingen combineert, zullen de bouwko.sten, inrichtingskosten en
personeelskosten geringer zijn daWfeplitsing der inrichtingen.
De heer Busch zegt dat de heer de Bruijn wel logisch re
deneert, doch eene combinatie der beide inrichtingen moet
Spreker echter ontraden. Aanvankelijk werd volgens inlich
tingen uit Baarn beweerd, dat het Eemwater niet geschikt was
om te zwemmen. Nader is evenwel gebleken, dat het water wel
geschikt is om te zwemmen, zoodat een zwemgelegenheid beter
en goedkooper aan de Eem gemaakt kan worden, dan dat men
deze combineert met een badhuis. Een dergelijke inrichting,
wanneer deze aan de Eem gemaakt wordt, zal niet meer kosten
dan 5000,=. Waar een badinrichting ook noodzakelijk is,
moet